St. Pauls Island

Saint Pauls islandSaint Pauls island

Het St. Pauls eiland (Il-Gżejjer Selmunett of Il-Gżejjer ta' San Pawl) ligt aan de noordwestelijke zijde van de ingang van de St. Pauls baai aan de overzijde van de landtong waaraan Bugibba en Qawra liggen. Het eiland is 885 meter lang en ligt op haar zuidelijkste punt op ongeveer 80 meter afstand van het vaste land van Malta verwijderd, op korte afstand ten oosten van Mellieha. Hoewel het vanaf het vaste land lijkt alsof het eiland eigenlijk uit twee eilanden bestaat en wordt gescheiden door een ondiep water, is het in werkelijkheid één geheel. Wel is er aan het noordelijker gelegen kleinere deel een extra naam gegeven. Het wordt wel Quartz Island genoemd. De grond van het eiland bestaat vooral uit koraal/kalksteen rots.

Saint Pauls island

Sinds in de jaren dertig de laatste boer van het eiland vertrok, wordt het niet meer permanent bewoond. De boer, Vincenzo Borg (bijnaam Ta' Bajdafin) genaamd, woonde er in een kleine boerderij, die inmiddels grotendeels is ingestort. Sinds het vertrek van de boer is St. Pauls eiland het grootste onbewoonde eiland van Malta.

Volgens het Bijbelboek Handelingen (27 en 28) van het Nieuwe Testament zou de apostel Paulus (die soms ook een discipel wordt genoemd) ergens tussen het jaar 59 en 62 in de buurt van het eilandje schipbreuk hebben geleden, toen hij als gevangene naar Rome werd gebracht, om terecht te staan voor keizer Nero. Nabij Kreta kwam het galjoen waarin ze voeren in zwaar weer terecht. Paulus beloofde de bemanning echter dat alles goed zou komen en dat ze allemaal veilig een eiland zouden bereiken. Dat eiland bleek Malta. Alle 276 opvarenden bereikten het eiland. Op Malta werden zij door de lokale bevolking gastvrij opgevangen. De bewoners maakten een vuur waaraan de onderkoelde schipbreukelingen zich konden warmen. Tussen het sprokkelhout bleek echter ook een adder te zitten. Deze beet Paulus in zijn hand. Het deerde hem niet en sindsdien leven er geen gifslangen meer op Malta. Publius, de gouverneur van het eiland, verstrekte in eerste instantie onderdak. Als dank genas Paulus de zieke vader van Publius, die aan dysenterie leed. Toen de bevolking van het eiland dat vernam, kwamen ze massaal naar Burmarrad. Daar genas Paulus zieken en ondertussen vertelde hij vol vuur over het Koninkrijk van God. Op dat moment zou de bevolking van Malta massaal katholiek geworden zijn, waardoor Malta het eerste christelijke land van Europa werd.

In 1844 werd er, om Paulus te eren, midden op St. Pauls eiland een vier meter hoog standbeeld op een 8,2 meter hoge sokkel geplaatst. Het beeld, dat Paulus toont met een boek in de ene hand terwijl hij de andere heft, werd vervaardigd door Sigismondo Dimech (1780 – 1853) en Salvatore Dimech (1805 – 1887). Tevens staat er op het eiland een groot kruis met daarop de tekst: The son of God died for this World. In 1990 bezocht paus Johannes Paulus II (1920 – 2005) het eiland per boot. Het bezoek aan Malta door Paus Benedictus XVI in april 2010, stond eveneens in het teken van de aanname dat Paulus 1950 jaar eerder op Malta landde.

Toen in het jaar 1576 ene Marco de Maria richting Malta poogde te varen, werd hij plots achtervolgd door piraten. Hij slaagde erin met zijn boot tussen het eiland en het vasteland door te varen. Zijn achtervolgers poogden hetzelfde te doen, maar liepen vast en werden overmeesterd. Grootmeester Fra Jean L'Evesque de La Cassièrevesque (1502 – 1581) besloot de heldhaftige de Maria het eiland cadeau te doen. Aangezien de Maria lid was van de Salamone-familie, wordt het eiland ook wel Selmunett genoemd.

Verschillende rederijen bieden boottochtjes naar St. Pauls eiland aan. Meestal om daar een maaltijd te nuttigen en om te genieten van de zonsondergang. De boottochtjes zijn leuk, maar een bezoek aan de eilandjes is verder niet zo bijzonder. Voor een boottochtje vanaf Sliema moet ongeveer € 50, - betaald worden. Overtochten vanuit Bugibba zijn al verkrijgbaar voor € 15, -.



Google