Algemene informatie over de republiek Malta

Het wapen van MaltaHet wapen van Malta

De dwergrepubliek Malta (of officieel Repubblika ta' Malta) bestaat uit een aantal eilanden in de Middellandse Zee. Het grootste eiland van de republiek is Malta. Behalve Malta behoren ook Gozo (Ghawdex), Comino (Kemmuna) en de onbewoonde eilandjes Cominotto (Kemmunett), St. Pauls eiland en Filfla (Filfola) tot de republiek. De hoofdstad van Malta is Valletta. De oppervlakte van de eilanden gezamenlijk is ongeveer 316 vierkante kilometer. Daarmee is het slechts tweemaal zo groot als het Nederlandse Waddeneiland Texel. Malta telde in 2018, volgens een telling van de NSO (National Statistics Office) 493.559 inwoners (waarvan 410.292 de Maltese nationaliteit bezaten). Met 1566 inwoners per vierkante kilometer is Malta één van de dichtst bevolkte landen ter wereld (het ook best drukke Nederland telt ongeveer 521 inwoners per vierkante kilometer). Malta behoort tot de Europese Unie en het Gemenebest van naties; het voormalig Brits Gemenebest. Geografisch gezien behoort Malta tot Afrika, maar cultureel en historisch gezien is het onderdeel van Europa. De naam Malta is afgeleid van het Griekse woord 'Malet', wat 'plaats van bescherming' betekent. Het ligt in het zuiden van Europa in de Middellandse Zee op 93 kilometer ten zuiden van het Italiaanse eiland Sicilië. Tussen Malta en Sicilië ligt een stuk Middellandse Zee dat het kanaal van Malta wordt genoemd. Ten zuiden van Malta ligt op 290 kilometer het noorden van Afrika en ten westen ligt Tunesië. Valletta ligt een stuk zuidelijker dan de Tunesische hoofdstad Tunis. Toch is Malta niet het zuidelijkste punt van het continent Europa. Dat is namelijk het Griekse eiland Gavdos, dat onder het eiland Kreta ligt. Ongeveer halverwege Malta en Tunesië liggen de Pelagische Eilanden (Lampedusa, Linosa en Lampione). Dit zijn vulkaaneilanden die, ondanks dat ze op het Afrikaanse continentale vlak liggen, bij Italië horen. De ondergrond van de eilanden van Malta bestaat vooral uit rotsen kalksteen. Over het algemeen is het terrein vlak tot heuvelachtig. Het hoogste punt, Ta'Dmejrek, ligt op 253 meter hoogte, dicht bij de plaats Dingli. Langs de kust zijn vooral aan de zuidzijde veel steile kliffen te vinden.

Inwoners

Nationale feestdagen 2020
01 jan - Nieuwjaarsdag
10 feb - Paulus' schipbreuk
19 mrt - St. Jozef
31 mrt - Vrijheidsdag
19 apr - Goede vrijdag
01 mei - Dag van de arbeid
07 jun - Sette Giugno (7 juni 1919 herdenking)
29 jun - L-Imnarja (st. Peter & st. Paulus)
15 aug - Maria-Hemelvaart
08 sep - Our lady of victories
21 sep - Onafhankelijkheidsdag
08 dec - Onbevlekte Ontvangenis
13 dec - Dag van de Republiek
25 dec - Kerst

De meeste inwoners van Malta zijn de autochtone bewoners van het land, de Maltezers. Het volk is in haar culturele ontwikkeling sterk beïnvloed door de Italianen en andere mediterrane volkeren. De traditionele bebouwing, vierkant en gedrongen, geeft het land een Arabische indruk. Ruim 92% (cijfers 2018) van de inwoners is rooms-katholiek en 40% van hen bezoekt wekelijks de zondagsmis (74% bezoekt de mis eens per maand). Hoewel er godsdienstvrijheid bestaat, is er weinig ruimte voor andere geloven. Wel zijn er wat Anglicaanse kerken, twee synagogen, een grote moskee (betaald door de Libische leider Ghadaffi) en wat voorzieningen voor overige gelovigen. Over het algemeen zijn de Maltezers streng gelovig en conservatief (preuts). Veel van de nationale feestdagen zijn feitelijk christelijke feest- of gedenkdagen. Het land kent twee officiële talen; het Engels en Maltees. De meeste mensen die de pensioengerechtigde leeftijd nog niet bereikt hebben, spreken vloeiend Engels. De ouderen spreken over het algemeen alleen Maltees. De Maltezers zijn over het algemeen gezond en de gezondheidszorg is goed georganiseerd. De bewoners zijn modern, beschikken vrijwel allemaal over mobiele communicatiemiddelen en qua internetgebruik is Malta een voorloper in Europa. Het gemiddelde bruto jaarsalaris bedraagt ongeveer € 27.830, - per jaar (in 2018), waarover slechts € 3.860, - belasting betaald moet worden. Veel mensen verdienen minder dan dit gemiddelde. Het minimum maandloon voor een volwassen arbeider bedraagt € 761,97 (juli 2019). Ongeveer 3,7% van de beroepsbevolking is werkloos (juli 2019).

Een voortdurend probleem voor de Maltezers is het gebrek aan vers drinkwater. Er bevinden zich onvoldoende natuurlijke waterbronnen op het eiland. Ook is er op het gehele eiland geen enkele rivier te vinden. Het water dat in de regenperiodes valt, wordt beperkt bewaard voor de droge periodes. Om aan de vraag naar vers drinkwater te kunnen voldoen, is er een aantal desalinatie-installaties gebouwd, waar zout zeewater door middel van een osmoseproces wordt verwerkt tot drinkwater. De grootste installatie staat bij de plaats Pembroke en produceert 54.000 kubieke meter drinkwater per dag. Ook bij Cirkewwa (18.600 kuub), Ghar Lapsi (24.000 kuub) en Marsa (4.500 kuub) staan zulke waterfabrieken. Dit water wordt gemengd met grondwater dat wordt opgepompt of vanuit diepere lagen wordt aangeboord. Vervolgens wordt dit gedistribueerd via het waterleidingnetwerk. De drinkwatervoorziening voldoet nipt aan de drinkwaterbehoefte op Malta. Overal op het eiland staan grote tanks op de daken van huizen. Mensen denken vaak dat daar regenwater in wordt opgevangen. Dat is niet het geval. De silo's bevatten leidingwater en dienen om tegendruk op het waterleidingsstelsel te bieden op momenten waarop er teveel water gebruikt wordt en tijdens storingen.

Een vrij actueel probleem voor Malta, vormt de voortdurende aankomst van illegale immigranten in het land. In het jaar 2008 waren dat er ongeveer 2704. In 2011 was dit aantal gedaald tot 1579, maar daarna nam het aantal sterk toe, tot Malta in 2014 besloot niet langer boten met migranten toe te laten in haar havens. Vanaf 2018 neemt het aantal nieuwe migranten opnieuw sterk toe. In dit jaar werden er 1445 geregistreerd en in 2019 arriveerden er tot aan eind augustus alleen al 2804 volgens cijfers van het UNHCR. Het merendeel van de migranten bestaat uit mannen die claimen uit landen als Soedan, Somalië of Eritrea te komen. Bij kalme zee laten mensenhandelaren hen met kleine bootjes vanuit Libië naar Malta vertrekken. Malta slaagde er steeds minder in om deze mensen op een humane manier te huisvesten en kreeg daarop kritiek vanuit de internationale gemeenschap. Malta, op haar beurt, verzocht de EU veelvuldig mee te helpen bij het oplossen van het probleem. Migranten die Malta sinds 2014 niet zelfstandig hebben verlaten, zijn inmiddels vaak gehuisvest in gewone woningen. Anderen verblijven in grote centra voor asielzoekers. Bijvoorbeeld nabij Ħal Far, waar lange rijen slecht gestapelde grijze zeecontainers voor onderdak moeten zorgen. Veel migranten verrichten, al dan niet 'zwart', arbeid waar Maltezers hun neus voor ophalen. Voornamelijk in de omgeving van de industriegebieden van Marsa, bestaan plekken waar allochtonen samenkomen bij koppelbazen in de hoop te worden opgepikt voor dagwerk in bijvoorbeeld een fabriek of scheepswerf.

De populairste sport op Malta is voetbal. Ook waterpolo is populair. Buiten de zomers houden veel mensen zich bezig met paardensport en dan met name de rensport. Op internationaal niveau presteren de Maltese atleten niet hoog. Alleen in de GSSE (Games of the Small States of Europe; met Andorra, Cyprus, IJsland, Liechtenstein, Luxemburg, Monaco en San Marino), worden wel eens prijzen gepakt. Het vangen van vogels is van oudsher populair. Trekvogels worden met behulp van lokvogels in kooien naar een jachtgebied gelokt en aldaar gevangen met behulp van netten of gewoon met een geweer. Milieubewegingen slagen er steeds beter in mensen er bewust van te maken dat de jacht op vogels schadelijk is. Dit heeft er toe geleid dat het jachtseizoen een aantal malen niet geopend is door de overheid.

Regering

Het Maltese parlementsgebouwHet Maltese parlementsgebouw

De hoofdstad van Malta is Valletta. Vanuit Valletta wordt de gehele republiek geregeerd. In totaal telt de republiek elf steden, die op basis van die titel geen enkel voorrecht genieten boven andere dorpen en plaatsen. Er zijn 68 electorale districten (councils), vergelijkbaar met gemeenten, met elk een eigen bestuur. Tezamen met de landelijke overheid vormen zij de enige twee bestuurslagen die Malta kent. De councils (de stadsbesturen) dragen zorg voor het uitvoeren van de wetten die in Valletta worden bedacht. Voor het eiland Gozo telt Victoria (Rabat) als hoofdstad.

De republiek Malta is een parlementaire democratie. De (elfde) president van Malta is, sinds 4 april 2024, Myriam Spiteri Debono. Zij volgde George Vella op en is na Agatha Barbara en Marie Louise Coleiro Preca de derde vrouwelijke president van het land. Ze is de eerste vrouwelijke president die geboren werd op Gozo. In principe bekleedt iedere president deze ceremoniële functie vijf jaar lang. De president wordt via stemming gekozen door het huis van afgevaardigden. In het geval van Myriam Spiteri Debono was zij de enige kandidaat en zij werd met unanieme stemmen (waar een tweederde meerderheid noodzakelijk is) aangenomen door de afgevaardigden. Het huis van afgevaardigden (Kamra tad-Deputati), te vergelijken met de Nederlandse Tweede Kamer der Staten-Generaal, bestaat uit minstens 65 personen (op dit moment 67). Vijf van hen komen altijd uit regio Gozo/Comino. Ook komt uit dit district altijd minstens één minister. De afgevaardigden werden voor het laatst gekozen tijdens de verkiezingen op 26 maart 2022.

Agatha Barbara – van 1982 tot 1987 de eerste vrouwelijke president van MaltaAgatha Barbara

De minister-president (de feitelijke regeringsleider) van Malta is sinds 13 januari 2020 Robert Abela (1977). Hij geeft leiding aan een door en door corrupt systeem, een Europees land onwaardig. Alles hangt aan elkaar van vriendjespolitiek, criminele geldstromen, misbruik van Europese subsidies, fraude, misbruik van macht en nepotisme. Blijkbaar zijn hier zoveel mensen van afhankelijk, dat Abela grote populariteit en steun geniet onder de bevolking. Onafhankelijke journalisten kunnen werkelijk geen steen omdraaien of er komt wel een corruptiezaak onder vandaan. Ook Abela zelf wordt vaak terecht van corruptie beschuldigd. Ondanks dat won hij de verkiezingen op 26 maart 2022 maar liefst 55,11%, waar de oppositie van de PN (Partit Nazzjonalista) het moest doen met 41,74%. Hierdoor kon Abela aan de macht blijven. Een dag voor zijn eerste benoeming (op 13 januari 2020) werd hij tot partijleider gekozen van de MLP (Partit Laburista); de arbeiderspartij. Die strijd won hij verrassend van de Minister van Volksgezondheid; Chris Fearne (die daarop eerst zijn kantoor uitruimde, maar uiteindelijk toch aanbleef). Abela is de zoon van George Abela; een voormalig president van Malta. Robert Abela volgde Joseph Muscat op, die sinds 11 maart 2013 aan het roer stond. De MLP won de verkiezingen op 9 maart 2013, 3 juni 2017 en 26 maart 2022 van de PN (Partit Nazzjonalista); de christendemocratische partij. Op 29 november 2019 werd bekend dat Joseph Muscat zijn ontslag als premier zou gaan indienen. In feite bleef hij tot 12 januari 2020 demissionair aan. Zijn positie was onmogelijk geworden sinds de situatie rondom de moord op Daphne Caruana Galizia in een stroomversnelling raakte. De journaliste kwam op 16 oktober 2017 om het leven bij een op haar leven gerichte bomaanslag. In de dagen voor de aankondiging van het aftreden van Muscat, werden Chris Cardona (de minister van economische zaken), Konrad Mizzi (minister van toerisme) en stafchef Keith Schembri (beste vriend van Muscat) gelinkt aan de louche zakenman Yorgen Fenech, die verantwoordelijk wordt gehouden voor de moord op de journaliste. Allen concludeerden dat hun positie onhoudbaar was geworden. Ook werden zij door de politie verhoord en werden hun woningen doorzocht. Allerlei verdenkingen hingen al jaren rondom de ernstig corrupte politici, maar zij konden rekenen op het onvoorwaardelijke vertrouwen van Joseph Muscat. Daphne Caruana Galizia was degene die veel van de corruptiezaken openbaarde op haar zeer goed gelezen weblog. Ze schreef daarop onder andere over Konrad Mizzi; de enige minister in Europa die in het schandaal rondom de zogenaamde Panama-papers genoemd werd, evenals Keith Schembri. Berichten betroffen bijvoorbeeld firma's in Dubai (zoals 17 Black; vernoemd naar het nummer in het roulette-spel) die samen met Yorgen Fenech werden opgericht en de situatie rondom de energievoorziening van Malta (stroom is om verdachte redenen zo'n 40% duurder dan in Italië). Ook schreef ze over corruptie waaraan Mizzi zich samen met zijn vrouw Sai Mizzi Liang schuldig zou hebben gemaakt. Liang was een hoge diplomate op de Maltese ambassade in China en zou veel hogere beloningen ontvangen dan gebruikelijk. Ook werden aan allerlei Chinese ondernemingen plotseling belangrijke opdrachten gegund, waarbij het er de schijn van had dat er smeergeld betaald werd. Zelfs tot ver na de dood van Daphne Caruana Galizia, bestookten de politici de rechtbank met smaadzaken tegen de journaliste, waarbij een advocaat van haar familie eens schamper opmerkte dat hij geen getuige op kon roepen, omdat zijn kroongetuige nou eenmaal was opgeblazen. Nadat Daphne Caruana Galizia in het voorjaar van 2017 had geopenbaard dat vanuit een Maltese bank bewijsstukken met een privé-vliegtuig waren weggevoerd naar Azerbeidzjan en dat de politie te laat was met een inval, omdat de verantwoordelijke zat te dineren met een betrokkene, wankelde de positie van Muscat voor de eerste keer. Op de Dag van de Arbeid (01-05-2017) riep hij vervolgens nieuwe verkiezingen uit. Ondanks alle verdenkingen, won hij deze glansrijk. Met een opkomstpercentage van 92,1%, ontving de MLP 170.976 stemmen (55,04%) en de PN 135.696 (43.68%), waarna een nieuwe termijn als minister-president inging. Hoewel het MLP er onder Muscat een zooitje van heeft gemaakt, blijft de partij veruit de machtigste in Malta. Het aantreden van Robert Abela op 13 januari 2020, lijkt er niet voor te zorgen dat de lijken in de kast blijven. Op 21 januari 2020 vertrok de nieuwe minister voor Gozo, Justyne Caruana, alweer. Dit nadat bekend werd dat haar man (Silvio Valletta) bevriend is met Yorgen Fenech en met hem in september 2018 in de business class naar Londen vloog, om aldaar in de vip-box naar de wedstrijd Chelsea - Liverpool te kijken. Een luxe die iemand met het salaris van Valletta zich niet zou kunnen permitteren. Ontluisterend feit is namelijk dat hij destijds als adjunct-politiechef tot het team behoorde dat de moord op Daphne Caruana Galizia onderzocht en Yorgen Fenech toen al was aangemerkt als iemand die belang had bij de moord. De walgelijke politieke situatie in Malta, kan worden gezien als een schoffering van de nabestaanden van Daphne Caruana Galizia.

Sinds de Maltese onafhankelijkheid (21-09-1964) strijden de PN en MLP met elkaar om de macht in Malta. Andere splinterpartijen hebben tot nu toe weinig bestaansrecht. Alternattiva Demokratika (de groene partij) was de enige partij die tijdens enkele verkiezingen wat in te brengen had. Op hun hoogtepunt ontvingen zij 5.506 stemmen (1,8%).

Sinds mei 2004 behoort Malta tot de Europese Unie. Over de motie tot toetreding werd op 8 mei 2003 een referendum gehouden. 53,6% van de mensen die hun stem uitbrachten was voor toetreding tot de unie. De PN was voor toetreding en de MLP was tegen. Ondanks dat de bevolking voor toetreding stemde, claimde de MLP de overwinning. Dit had het vreemde gevolg dat zowel het voor- als het tegenkamp feestvierde na het tellen van de stemmen. Toen de MLP geen gelijk kreeg, wilde leider Alfred Sant eerst een nieuw referendum laten uitroepen. Later riep hij de bevolking op de toetreding tot de EU te boycotten. De bevolking gaf hier echter weinig gehoor aan.

Geschiedenis

1. Prehistorie

Het eerste bewijs van bewoning op Malta komt uit ongeveer 5200 jaar v. Chr. Verschillende bouwwerken op Malta en Gozo, die nu nog bestaan, komen uit die periode. De eerste bewoners kwamen waarschijnlijk vanaf Sicilië en vestigden zich in grotten, zoals bij Ghar Dalam. Zij hielden zich voornamelijk bezig met de landbouw. Daarnaast zijn ze verantwoordelijk voor de bouw van de megalithische tempels op de eilanden. Later kwamen andere volkeren naar de eilanden toe. Vanaf het ongeveer 2300 jaar v. Chr. kwamen de Tarxien naar Malta. En rond 1450 jaar v. Chr. Kwamen daar de Borg in-Nadur bij. De Tarxien werden in hun cultuur opgenomen. Rond 900 jaar v. Chr. kwamen daar de kolonisten van de Bahrija bij. De volkeren leefden in relatieve vrede met elkaar samen. Ongeveer een eeuw later, kwamen de Feniciërs naar Malta. Dit was een handelsvolk dat de strategische ligging van Malta gebruikte voor de handel in het westelijke deel van de Middellandse Zee. Weer 100 jaar later koloniseerden de Puniërs vanuit Tyrus en Sidon de eilanden. Dit volk bestond uit zeevaarders, die rond de Middellandse Zee overal nederzettingen stichtten om hun vloot te fourageren en handel te drijven met het achterland. Op Malta bouwden ze een factorij, met een heiligdom voor hun God 'Melkart'. Ook de Grieken streken neer op Malta. Zij stichtten de stad Mdina.

De Punische oorlogen maakten een eind aan de vrede op Malta. Tijdens deze oorlogen, tussen Rome en Carthago (het huidige Tunis), gebruikten de Puniërs Malta als haven voor de oorlogsschepen. De oorlogen duurden van het jaar 262 v. Chr. tot het jaar 242 v. Chr. Vanaf het jaar 218 v. Chr. behoorde Malta echter tot het Romeinse rijk.

2. Romeinen

Vooral vanwege het uitstekende Maltese textiel, ging het de Maltezers economisch gezien voor de wind tijdens de Romeinse overheersing. Malta werd onderdeel van de provincie Sicilië. Het kreeg dezelfde politieke en militaire organisatie als het gehele Romeinse rijk. Op de plek van het huidige Mdina werd een fort gebouwd, dat Rabat werd genoemd. Dit werd tevens de hoofdstad van het eiland.

Volgens de bijbel spoelde de apostel Paulus tijdens een schipbreuk op zijn reis naar Rome aan in Malta. Later zou hij zijn veranderd in de Romeinse gouverneur Publius, de eerste bisschop van Malta. Vooral naar Sint Paul zijn ook tegenwoordig nog veel zaken vernoemd op Malta.

Van de Romeinse overheersing zijn, behalve wat aquaducten, weinig zaken overgebleven. Interessant is dat de Maltezers de Latijnse taal niet overnamen van de Romeinen. Ze bleven waarschijnlijk een dialect uit de prehistorie spreken.

3. Byzantijnen

Vanaf de vijfde eeuw kreeg de ondergang van het Romeinse rijk invloed op Malta. Malta en Sicilië samen, werden geregeerd door de Vandalen. Later probeerden de Romeinen het eiland te vergeefs te heroveren. De byzantijnse generaal Belisarius landde in het jaar 533 op Malta.

4. Moslims

In de negende eeuw begonnen de Moren de Maltese eilanden aan te vallen. Officieel werd het eiland in het jaar 870 door de moslims ingenomen. Pogingen van de Byzantijnen (Byzantium is het huidige Istanboel) om het eiland te heroveren leverden niets op. Waarschijnlijk vluchtten de oorspronkelijke bewoners van de eilanden naar Sicilië. De eilanden ontwikkelden zich net als de andere gebieden waar de moslims kwamen, zoals in Noord-Afrika, Spanje en het middenoosten. Verschillende technieken werden door de moslims geïntroduceerd. Vooral middelen voor irrigatie waren voor Malta zeer belangrijk. Er werden Moorse huizen, kastelen en paleizen gebouwd. De moslims gebruikten de natuurlijke havens van Malta voor hun schepen. De hoofdstad werd Mdina. Veel van de huidige plaatsnamen in Malta zijn uit deze periode afkomstig.

5. Middeleeuwen

Vanaf de elfde eeuw werd er in het Middellandse Zeegebied gevochten tussen de christenen (Europeanen) en moslims (Osmaanse Turken). Christenen vanuit delen van Europa die elkaar voorheen naar het leven stonden, vormden een alliantie om de strijd aan te gaan met de oprukkende Turken, die aanvankelijk onoverwinnelijk leken. Met enorme legers (met soms meer dan 100.000 manschappen) gingen men elkaar te lijf. Vaak leidden de conflicten tot een beleg of veldslag. Ook Malta werd in de oorlog betrokken. Moslimpiraten gebruikten Malta als basis om aan te vallen richting het oosten. Rogier de eerste, graaf van Sicilië, nam wraak op de moslims en veroverde Malta in het jaar 1090. Malta werd onderdeel van het Normandische rijk. De moslims bleven op het eiland, maar sloten zich aan bij de Normandiërs. Op verschillende manieren werd het christelijke geloof geïntroduceerd op het eiland. Zo werden er onder andere kerken gebouwd.

Malta en Sicilië kwamen in het jaar 1194 onder het gezag van het huis van Hohenstaufen. Deze dynastie stond onder leiding van Hendrik de vierde (de in november 1165 te Nijmegen geboren Duitse koning). Toen hij op 28 september 1197 stierf, volgde daarop een burgeroorlog om de macht in Duitsland. Verschillende Hohenstaufens (Frederik, Koenraad, Konradin en Manfred) kwamen binnen korte tijd aan de macht. Vanaf het jaar 1266 kwam Karel de eerste van Anjou, met hulp van de paus, aan de macht. Hij vermoordde Konradin en moordde daarmee het geslacht van de Hohenstaufens uit. De overheersing van Karel van Anjou duurde niet lang. Hij was niet populair, vanwege hoge belastingen die hij hief en zijn vertrouwen in de Fransen. Door opstanden in het jaar 1282 kwam er een eind aan de overheersing van de Anjou's. De Spanjaard Peter van Aragon steunde de opstanden en kreeg de controle over Sicilië en Malta en werd koning van de regio.

6. Spanjaarden

Malta werd onderdeel van een aantal staten onder de kroon van Aragon. De bewoners van Malta volgden de koningen trouw. De Aragonezen gebruikten het eiland en in ruil daarvoor verdedigden ze het tegen vijandelijke overheersers. De koning van Aragon leende het eiland echter aan nobelen van Sicilië, waardoor er een opstand uitbrak. Koning Alfons de vierde beloofde echter dat het eiland onder zijn leiding zou blijven. Tijdens deze periode werd het eiland ook geplaagd door de pest en moslims – en vrijwel al het andere schorem dat in staat was een boot te besturen – plunderden het eiland regelmatig. Veel van de bewoners werden meegenomen naar Noord-Afrika om als slaaf te werk te worden gesteld.

De Aragonezen konden hun belofte het eiland te beschermen niet waarmaken. Voor hen werd het te duur. Ook de eilandbewoners zelf konden het eiland niet beschermen. Omdat de koningen van Aragon het strategische belang van Malta niet onderschatten werd er een oplossing bedacht. Karel de vijfde verhuurde Malta in het jaar 1530 aan de ridders van de Johannieterorde van Jeruzalem in ruil voor een jaarlijkse bijdrage van twee Maltezer valken; één voor de Spaanse keizer en één voor de onderkoning van Sicilië.

7. De ridders van Malta

Afbeelding van ridders van MaltaPrent van de ridders.

De ridders waren van oorsprong Europeanen die op onbaatzuchtige wijze een hospitaal voor christelijke pelgrims onderhielden in Jeruzalem. Dat was echter in vijandig gebied. Onder druk van de oprukkende Osmaanse Turken, waren de ridders gedwongen zich steeds verder terug te trekken. Eerst naar naar Akko (in het jaar 1191), naar Cyprus (1291) en naar het Griekse eiland Rhodos (1309). Nadat de ridders Rhodos hadden veroverd op de Turken, werd het eiland gebruikt als basis voor de militaire acties in het oosten van de Middellandse zee. De reeks kruistochten, het beleg van steden en oorlogen die door de christelijke ridders gevoerd werden tegen de aanvankelijk onoverwinnelijk geachte Turken, wordt ook wel de Turkenoorlogen genoemd. Nadat de ridders van de Johannieterorde, in het jaar 1522 tijdens het tweede beleg het Griekse eiland Rhodos verloren, kwamen zij zonder echte thuisbasis in het zuiden van Italië terecht. Zoals hierboven reeds genoemd, bood Karel de vijfde de ridders Malta aan. Zij vonden Malta aanvankelijk echter geen geschikte locatie. Ze schreven erover dat het eiland eigenlijk niet meer was dan een rots zandsteen waarop slechts op een paar plekken vruchtbare aarde lag. Er was geen zoet water, er waren geen bronnen, het hout was zo schaars dat het per pond verkocht werd en de 12.000 inwoners waren straatarm. Het alternatief was Tripoli, maar daar wilden de ridders al helemaal niet naartoe. Dus werd het Malta. Daar maakten ze uitstekend gebruik van de voordelen die het eiland hen bood. Zo benutten ze de natuurlijke havens en inhammen en settelden ze zich in het beschut gelegen Birgu.

In mei van het jaar 1565 begon de slag om Malta. Deze oorlog is beroemd onder de naam 'the Great Siege'. 48.000 Ottomaanse Turken onder leiding van gouverneur Dragut van Tripoli (Libië) probeerden de ridders van Malta te verjagen. Onder leiding van Grootmeester Jean Parisot de la Vallette wisten de ridders op heroïsche wijze stand te houden, totdat er op 7 september 1565 hulp kwam van de Spaanse missionaris García Álvarez de Toledo. Hij landde met slechts 8.000 troepen op Mellieha beach. Daarmee werden de gedemoraliseerde Ottomanen gedwongen de strijd te staken. Zij die niet tijdig konden vluchten, werden op beestachtige wijze afgeslacht.

De Great Siege was in de periode dat hij plaatsvond erg belangrijk. De beroemde Franse filosoof, schrijver Voltaire (1694–1778), pseudoniem van François-Marie Arouet, schreef over het beleg de beroemde woorden: "niets is bekender dan het beleg van Malta".

Na 'the Great Siege' begonnen de ridders in 1566 met de bouw van de onoverwinnelijk geachte ridderstad Valletta, waardoor het gevaar dat de moslims op Malta konden aanrichten werd geëlimineerd. De kort op de Great Siege volgende grote zeeslag bij Lepanto (het huidige Griekse havenstadje Nafpaktos) in het jaar 1571, zorgde er bovendien voor dat de omvang van de Turkse vloot werd gedecimeerd, waardoor de dreiging voor Malta nog verder reduceerde. Niemand geloofde nog in de onoverwinnelijkheid van de Turken. Dit ondanks dat aan Christelijke zijde de eenheid enigszins verdween. Waar het in het gemeenschappelijk belang was dat het Christendom niet verder werd verdreven door de Turken, waren er ook bondgenoten met andere belangen. Voor Venetië bijvoorbeeld, was ook de handel met de Turken belangrijk. En de Spanjaarden (die de leiding hadden in de zeeslag bij Lepanto) zaten met een minstens zo groot probleem dat hun aandacht verdiende; de Nederlandse Opstand die het begin van de Tachtigjarige oorlog (1568 – 1648) markeerde.

In Malta werd door de ridders, of in elk geval in hun opdracht, ondertussen flink gebouwd. Dit deden zij voornamelijk in het gebied rondom de Grand Harbour en niet in Mdina, waar tot dan toe de aristocratische leiders van Malta hadden gewoond. Erg beroemd werd Malta om het ziekenhuis, Sacra Infermeria, dat werd gebouwd. Dit was niet alleen heel erg groot, maar bovendien erg goed. Iets wat destijds bijvoorbeeld werd afgemeten aan de snelheid waarmee amputaties succesvol konden worden uitgevoerd. Opmerkelijk was dat men er patiënten behandelde ongeacht hun sociale afkomst, ras, rang of geloof; ook niet katholieken werden behandeld. Vrouwen waren echter niet welkom.

De Johannieterorde kreeg een belangrijke politieke rol in de regio. In de Maltese steden bleven ridders uit de verschillende streken uit Europa hun eigen 'langue' trouw. Ze vormden los van elkaar gemeenschappen met eigen voorzieningen en een eigen taak, maar met gezamenlijke doelstellingen. De ridders op Malta genoten een enorme welvaart. Zij bestuurden het eiland tot in het jaar 1798, toen Napoleon ten tonele verscheen.

8. Napoleon

In 1797 werd Ferdinand von Hompesch (van de Germaanse langue) grootmeester van de ridderorde. Tijdens zijn leiding vormden ridders van de Franstalige langue, samen met wat edelmannen van Malta, een propagandastrijd voor de Fransen. Von Hompesch werd voor hen gewaarschuwd, maar dacht dat het niet zo'n vaart zou lopen. Desalniettemin zou het verraad het einde betekenen van de ridders op Malta.

In 1798 kreeg de Franse Generaal Louis-Charles-Antoine Desaix, in opdracht van Napoleon Boneparte, de taak om voorbereidingen te treffen voor het veroveren van Malta, als onderdeel van de Egyptische campagne. Op 10 juni 1798 verscheen een Franse vloot, bestaande uit 472 oorlogsschepen, voor de kust van Malta. Zij landden bij St. George's Bay en wisten binnen korte tijd een aantal steden en Gozo te veroveren. De ridders van de Johannieterorde, die zich hadden voorgenomen neutraal te blijven, capituleerden al snel. Op 17 juni vertrokken zij van Malta. Malta leek nu in het bezit van de Fransen.

Veel Maltezers zagen de komst van Napoleon in eerste instantie wel zitten. De ridders van de Johannieterorde waren in hun ogen te conservatief, wat vernieuwingen in de weg stond. Bovendien was de ridderorde in staat van moreel verval geraakt. De steun aan de Fransen verdween echter snel toen zij allerlei rijkdommen van het eiland begonnen te stelen uit de kerken. Napoleon, die zelf slechts zeven dagen op Malta verbleef, wilde hiermee zijn campagnes in Noord-Afrika financieren. Toen hij van Malta vertrok, zat zijn schip, de L'Orient, vol met gestolen goud en zilver. De nieuwe leider van Malta werd generaal Claude-Henri Belgrand de Vaubois. Tijdens zijn bestuur werden er steeds meer belastingen ingevoerd en verdween er werkgelegenheid. De economische situatie verslechterde en de Fransen respecteerden de religie van de Maltezers onvoldoende.

Ondanks de overgave door de ridders, boden 2000 Maltese milities vanaf het begin van de invasie verzet tegen de Fransen. Ook veel andere Maltezers waren woedend over de manier waarop zij behandeld werden. Toen de Fransen op zondag 2 september 1798 de rijkdommen van de Karmelietenkerk van Mdina wilden veilen, brak er een opstand uit. Het Franse garnizoen in Mdina werd afgeslacht en hun commandant werd van het balkon gegooid. Al snel verspreidde de opstand zich over het hele eiland en Gozo. De Fransen trokken zich terug in Valletta en in de Citadella op Gozo, waar de Maltezers hen belegerden.

Op Gozo gaven de Fransen zich over op 28 oktober 1798. Gozo vormde hierdoor zo'n twee jaar lang een onafhankelijke staat: La Nazione Gozitana. Op Malta zelf duurde het langer. Omdat de Britse marine Napoleon toch al had verslagen in de slag om Aboukir, verzochten de Maltezers hen om hulp. Vanzelfsprekend was dat niet, omdat de Britten door veel Maltezers als ketters werden beschouwd. De Britten wierpen een blokkade van de Maltese havens op, waardoor de Fransen werden uitgehongerd. De Britse vloot, onder leiding van kapitein Alexander Ball, wist de Fransen uiteindelijk tot overgave te dwingen op 5 september 1800. Er stierven ongeveer 20.000 Maltezer burgers tijdens het beleg.

9. Britse periode

Nadat de Fransen waren verdreven, werd Malta een Brits protectoraat binnen het Koninkrijk Sicilië. Door de Britten werd Malta in 1801 gebruikt als tussenhaven bij de invasie en bevrijding van Egypte, dat ook bezet werd door de Fransen. Volgens het verdrag van Amiens (1802), dat ook ondertekend werd door de Britten, zou Malta worden teruggegeven aan de ridders (lees hier het traktaat van vrede dat werd gepubliceerd in de Nederlandse kranten), maar dat wilde de bevolking zelf niet. Ze wilden dat Groot-Brittanië (of Albion, zoals dat destijds genoemd werd) het bestuur kreeg over de eilanden, wat de Britten op hun beurt niet zagen zitten. Toen in 1803 de Napoleontische oorlogen uitbraken en de Europese havens werden geblokkeerd voor de Britse handel, zagen de Britten het belang van Malta plots wel in. Valletta beschikte immers over havens die tot de best gefortificeerden ter wereld behoorden. Bovendien lag Malta op een strategisch gezien zeer gunstige locatie. De Britten bouwden er werven, pakhuizen en ziekenhuizen. De ridderorde probeerde, vanuit Rusland, het gezag over het eiland terug te vorderen, maar slaagde daar niet in. Strikte naleving van het verdrag van Amiens, zou in dit geval hebben betekend dat Malta aan de Russen had moeten worden overgedragen.

Door het verdrag van Parijs (dat gesloten werd naar aanleiding van de nederlaag van Napoleon) verkreeg Groot-Brittannië vanaf 30 maart 1814 de soevereiniteit over Malta. Malta werd op 30 mei 1814 een kroonkolonie van Groot-Brittannië. Er kwam een gouverneur naar het eiland, maar de bewoners kregen vrijheid van religie en mochten hun eigen wetten handhaven. Evenwel investeerden de Britten in eerste instantie weinig in Malta. Na de Krimoorlog (1853 – 1856) tussen o.a. de Britten, Fransen en Turken tegen Rusland, werd Malta door de Britse Royal Navy ingericht als marinebasis. Dit bracht werkgelegenheid en daarmee voorspoed en welvaart naar het eiland. De Britten brachten ook rechtvaardigheid, met een coherent wettenstelsel, democratie en politiek beleid. Aangezien Londen het eiland vooral zag als marinebasis, heerste er ook tucht en orde. Door de enorme kracht die Malta uitstraalde, kreeg het eiland de bijnaam 'het hok van de Engelse bulldog in de Middellandse Zee'. Na de opening van het Suezkanaal in 1869, werd Malta een belangrijke tussenstop voor schepen op de route tussen India en Groot-Brittannië. Met name kolen werden verhandeld, aangezien die na de Industriële revolutie steeds belangrijker werden. De route van Indië, via het Suezkanaal, Malta en Gibraltar naar Engeland, was dermate machtig dat het wel een 'stalen keten' genoemd werd. Dat bleef het tot de Tweede Wereldoorlog aanbrak.

De leefomstandigheden voor de Maltezers bleven lange tijd ondermaats. Er waren geen riolering en waterleiding. De huisvesting was eenvoudig en tot halverwege de negentiende eeuw sliep het grootste gedeelte van de bevolking op stro en bedekte het zich met lompen en zakken. Woningen hadden geen ventilatie, weinig ramen een geen badkamers. Gemiddeld bewoonden vijf personen een kamer. De hygiënische omstandigheden waren dusdanig slecht, dat het onvermijdelijk was dat ziekten zich verspreidden. De babysterfte lag op ongeveer de helft. Ouders konden het zich niet veroorloven om kinderen naar school te sturen, waardoor analfabetisme wijdverbreid was. Aan het eind van de negentiende eeuw kon tussen de 80 en 85% van de bevolking niet lezen en schrijven. Pas aan het begin van de twintigste eeuw kwamen er voorlichtingscampagnes met betrekking tot de persoonlijke hygiëne. In diezelfde periode besloten veel mensen te emigreren, om zodoende een einde te maken aan hun uitzichtloze situatie. Zonder enige kennis over hun bestemming, vertrokken ze op stel en sprong naar Engeland, de Verenigde Staten of Australië. Velen keerden nooit terug naar Malta. Door als immigrant in eerste instantie de klussen te klaren waarvoor de lokale bevolking zich te goed voelde en van daaruit door te groeien, ontstonden in de gastlanden Maltese gemeenschappen van mensen die uiteindelijk succesvol integreerden in hun nieuwe thuisland.

Tijdens de beide wereldoorlogen werden de Britten stevig gesteund door de Maltezers. Malta was een belangrijke marinebasis. Daarnaast was de aanwezigheid van het eiland handig, vanwege de grote militaire ziekenhuizen (met 25.000 bedden) die er gevestigd waren. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werden er ruim honderdduizend patiënten behandeld, die voornamelijk gewond raakten aan het front bij de Macedonische campagne en de Slag om Gallipoli. Vanwege de verzorging van de enorme aantallen patiënten, kreeg Malta de bijnaam zuster van de Middellandse Zee.

Op politiek niveau ontwikkelden en organiseerden de Maltezers zich steeds beter, waardoor een zelfstandige staat niet langer onmogelijk leek. Vanaf het jaar 1919 werd er tegen de overheersing door de Britten geprotesteerd. Dit naar aanleiding van het economische verval en de recessie waarin Malta geraakte na de Eerste Wereldoorlog. De Britten waren onvoldoende in staat de hongerige Maltezers te voeden en veel van de eilanders dachten beter af te zijn onder de Italianen. Dit leidde tot een opstand op 7 juni van dat jaar. De opstand werd met geweld neergeslagen. Vier Maltezers werden door Britse militairen doodgeschoten. Sinds 1989 wordt Sette Giugno (7 juni) op geheel Malta herdacht.

Ook de Italianen poogden Malta in te nemen, omdat Malta ongeveer halverwege Italië en de voormalig Italiaanse kolonie Libië ligt, was de Britse overheersing de Italianen een doorn in het oog. Door Italië werd al vanaf 1860 stevige pro-Italiaanse propaganda gevoerd, die ook leidde tot de protesten op (het in de vorige alinea genoemde) Sette Giugno. Naast Malta hadden de Italianen hun ogen gericht op streken als Zuid-Tirol, Istrië, Dalmatië, het eiland Corsica en steden als Nice en Rijeka. De stroming werd Italiaans irredentisme genoemd en richtte zich op 'onbevrijd Italië'. Veel bewoners van Malta voelden er echter niets voor om tot het armoedige Zuid-Italië te behoren en de Britten werkten simpelweg niet mee.

10. Tweede Wereldoorlog

Malta George cross memorial, nabij Tower Hill te LondenMalta George cross memorial,
nabij Tower Hill te Londen.
Lees tekst: 1 2

De aanvang van de Tweede Wereldoorlog ging aan de bevolking van Malta grotendeels voorbij. Gouverneur Charles Bonham-Carter (1876 – 1955) hield wel rekening met oorlog, maar de dreiging leek gekeerd toen in 1938 het Verdrag van München werd getekend, waarin de agressieve annexatie van Sudentenland (een deel van het westen van het huidige Tsjechië) door Duitsland werd goedgekeurd door de Britten en Fransen. Toen door de Duitsers nabij het Poolse Danzig (het huidige Gdansk, op 2080 kilometer van Valletta) op 1 september 1939 het eerste schot van de oorlog werd gelost, leek de strijd nog ver weg. De situatie veranderde echter toen de Britten via operatie Dynamo bij Duinkerke het vasteland van Europa verlieten en het grootste gedeelte van Frankrijk door de Duitsers bezet was. Dat was voldoende voor de Italiaanse dictator Benito Mussolini (1883 – 1945) om in de avond van 10 juni 1940 vanaf het balkon van Palazzo Venezia in Rome de oorlog aan de Britten en Fransen te verklaren en de zijde van Adolf Hitler te kiezen. De volgende ochtend vlogen de eerste Italiaanse Savoia-Marchetti SM.79-bommenwerpers (Sperwers genoemd) al boven Malta. Om 06:55uur ging voor het eerste maal het luchtalarm af, waarna fort Sint Elmo (op het puntje van het schiereiland waarop Valletta ligt) driemaal geraakt werd, waarbij zes doden vielen. Malta had zich redelijk op de oorlog voorbereid, maar beschikte simpelweg niet over de juiste middelen. De luchtmacht (uitgerust met drie Gloster Gladiator dubbeldekkers, genaamd 'Hope', 'Faith' en 'Charity') kon in eerste instantie niet beschikken over moderne vliegtuigen. Aangezien de Italiaanse luchtmacht over onbekwame piloten en slechte bommen beschikte, waren de problemen voor Malta aanvankelijk te overzien. De Italiaanse toestellen waren gebouwd als snelle passagiersvliegtuigen en waren slecht bepantserd. De piloten vluchtten bij enig verzet en dropten hun bommen dan liever in zee dan op hun doelwit. Op 22 juni slaagden de Gladiators er zelfs in de eerste Sperwer neer te schieten. De situatie op Malta verslechterde naarmate de Britse marine vanuit Malta succesvoller werd bij aanvallen op de Duitse vloot die de campagne van Erwin Rommel in Noord-Afrika moest bevoorraden. In reactie hierop werd een complete Duitse luchtvloot vanuit Rusland naar Sicilië gedirigeerd om Malta te bestoken. De matige luchtafweer, die voornamelijk werd bemand door vrijwilligers, zorgde ervoor dat de Duitse en Italiaanse bommenwerpers vrij spel hadden. Vooral de havenzone met daarin Valletta, het gebied eromheen en de luchthavens lagen voortdurend onder vuur. Maar liefst 3214 maal klonken de sirenes van het luchtalarm op Malta.

Voorraden konden slechts via zee worden aangevoerd. De konvooien waarin dit gebeurde, vormden een constant doelwit voor de Duitsers, waardoor vaak niet eens de helft van de vloot Malta bereikte. De situatie leek hopeloos en in mei 1942 werd uitgerekend dat Malta in augustus van dat jaar zou moeten capituleren. Keerpunt in de uitzichtloze situatie was Operation Pedestral, met als resultaat de aankomst van de tanker SS Ohio op 15 augustus 1942. Het Santa Maria-konvooi, waarin het schip voer, was door aanvallen sterk uitgedund en het schip zelf raakte zwaar gehavend. Als door een wonder wist de tanker de haven te bereiken en haar kostbare lading af te leveren. Dit gaf de bevolking moed en het sterkte de moreel. Een geplande Duitse operatie om Malta te bezetten (Unternehmen Herkules) werd vervolgens niet meer uitgevoerd.

Doordat de troepen op Malta konden beschikken over steeds betere vliegtuigen, die met vliegdekschepen binnen het bereik van Malta werden gebracht, werden er steeds meer successen tegen de Duitsers en Italianen geboekt. Zo werden de konvooien met voorraden van de vijandige troepen nu ook vanuit de lucht aangevallen, waardoor de vitale aanvoerlijnen voor de Duitse troepen in het noorden van Afrika extreem kwetsbaar werden. Uiteindelijk kwam de bevoorrading van de Nazi's in Noord-Afrika zelfs tot stilstand, waarna de troepen van de Britse generaal Bernard Montgomery de Duitsers verder konden terugdringen. Bovendien verdwenen de Duitse bommenwerpers boven Malta, omdat deze nodig waren in de strijd tegen de Russen aan het Oostfront. Hierdoor kon Malta zich herstellen en als basis dienen voor de geallieerde opmars richting Sicilië.

Het George CrossHet George Cross

De vele grotten en gangenstelsel in de natuurstenen ondergrond van Malta, boden de bevolking bescherming tegen de exploderende bommen. Boven de grond werd echter veel verwoest. De bevolking probeerde na elke luchtaanval de draad van het dagelijkse leven weer op te pakken. Toen in juni 1943 de balans kon worden opgemaakt, bleek dat 1490 burgers de oorlog niet hadden overleefd. 35.000 huizen waren vernietigd. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd Malta heviger gebombardeerd, door Duitse en Italiaanse bommenwerpers, dan enig ander doel ter wereld. Het was doelwit van het grootste niet-atomaire bombardement ooit. Toch hield Malta stand. Hiervoor ontving de bevolking op 17 april 1942 het George kruis van de Britse koning George IV. Dit is een zeldzame onderscheiding voor getoonde moed voor mensen die niet in actieve militaire dienst zijn. Momenteel is het kruis in de vlag van Malta verwerkt. De uitreiking van het kruis werd overigens eveneens verstoord door een luchtaanval.

De Britse BBC heeft, onder de naam 'People’s war' een website gemaakt waarop burgers en militairen hun indrukwekkende verhalen over de Tweede Wereldoorlog vertellen. De Engelstalige verhalen over de oorlog in Malta zijn hier te vinden. De Lord Ashcroft Gallery van het Het Imperial War Museum te Londen (gratis entree) is bijzonder aan te bevelen voor een ieder die geïnteresseerd is in de ontvangers van het George Cross.

11. Onafhankelijkheid

Voor de oorlog, vanaf het jaar 1936, gold er in Malta een koloniaal regiem. In het jaar 1947 werd Malta voor het eerst autonoom. Hier kwam een einde aan in het jaar 1958. In het jaar 1961 werd de staat Malta uitgeroepen, waarna in 1962 de autonomie weer werd hersteld. Vanaf 21 september 1964 was Malta een onafhankelijk staat binnen het Brits gemenebest; het huidige Gemenebest van Naties (Commonwealth of Nations). Het symbolische hoofd van deze vrijwillige verbintenis, is de Britse koningin Elizabeth de tweede. Vanaf 13 december 1974 is Malta een republiek. Vanaf het jaar 1979 is Malta, met het verkrijgen van de neutraliteit, volledig onafhankelijk van de Britten. Alle wijzigingen in de inrichting van de staat, zorgden voor een steeds wijzigende rol van Malta binnen (en buiten) het Britse imperium. De Maltezers waren een groot deel van de tijd trouw aan de Britse kroon, maar niet vanzelfsprekend aan de Britse regering. De Maltezers bleven een eigen volk, dat nooit officieel Engels of Brits is genoemd. Hoewel Malta als onafhankelijk land sterke banden onderhield met Europese landen, sloot het zich in 1974 aan bij de Non-Aligned movement. Dit was gedurende de Koude Oorlog een op vrede gerichte beweging die zich neutraal opstelde in de strijd tussen de NAVO-landen en Rusland. Veel van de leden stonden te boek als onderontwikkelde derdewereldlanden. Vrijwel alle schurkenstaten die geleid werden door dictators waren lid, zoals het Joegoslavië van Tito, het Oeganda van Idi Amin en het Libië van Moammar al-Qadhafi. Op 1 mei 2004 werd Malta toegelaten als lid van de Europese Unie. Het lidmaatschap van de (nog steeds bestaande) Non-Aligned movement eindigde daarmee.

Na de Tweede Wereldoorlog vormde Malta nog lange tijd een basis voor de Britse vloot en ook de NAVO was nadrukkelijk aanwezig. Naarmate de tijd vorderde, nam de weerstand hiertegen onder de bevolking toe. Steeds nadrukkelijker zocht de regering contact met dictatoriale regiems. Uiteindelijk werden de Britten en NAVO gedwongen te vertrekken. Het gat dat hierdoor in de begroting ontstond, werd opgevuld door onder andere Libië. De Chinezen zorgden voor werkgelegenheid, door bijvoorbeeld de bouw van droogdokken te financieren tegen een lage rente. Onder het bewind van minister-president Dom Mintoff werden in de jaren 70 en 80 de banden met Libië nog verder aangehaald. Er werd een verdrag tot 'Vriendschap en Samenwerking' gesloten met kolonel Moammar al-Qadhafi (1942 – 2011) van Libië. Hij legde de eerste steen van de eerste moskee in Malta en opende deze in 1984. Malta kreeg vier patrouilleboten van Libië en een Libisch helikoptersquadron werd korte tijd in Pembroke gestationeerd. In de Main Guard te Valletta (tegenover het Grandmasters Palace, waar het Maltese parlement zetelde) werd het Libyan Arab Cultural Centre gehuisvest. Al-Qadhafi werd vooral in de jaren tachtig regelmatig in verband gebracht met aanslagen tegen het Westen gericht (zoals de Lockerbie-aanslag op een Pan Am boeing 747, waarbij 270 mensen het leven lieten) en het financieren van terreurgroepen als de IRA. Dergelijke choquerende middelen moeten worden gezien als ziekelijke drang om Libië (tevergeefs) in het centrum van het wereldtoneel te willen plaatsen. Na regeringswisselingen in Malta werd de vriendschap wat afgezwakt. Toch bleef deze bestaan totdat in 2011 de Libische burgeroorlog uitbrak.

Economie

Malta behoort tot de Economische en Monetaire Unie en daarom vinden financiële transacties er plaats in Euro. Deze munt werd op 1 januari 2008 fysiek ingevoerd in Malta. In landen als Nederland en België gebeurde dat zes jaar eerder.

Malta kan voor maar 20% in haar eigen voedingsbehoeften voorzien. Veel voeding moet dus worden geïmporteerd. De economie is daardoor erg afhankelijk van de handel met andere landen en het toerisme. Vooral vanuit Italië, Frankrijk, Groot-Brittannië en Duitsland worden goederen geïmporteerd, terwijl de grootste exportpartner Singapore is. Ook naar de Verenigde Staten, Frankrijk, Groot-Brittannië en China wordt veel geëxporteerd.

De beroepsbevolking van Malta is erg productief. Vooral in de elektronica, scheepsbouw-, voeding- en kledingsindustrie wordt veel geproduceerd. De meeste van de geproduceerde artikelen zijn bestemd voor de buitenlandse markt. Zo worden onder andere de playmobilpoppetjes geproduceerd op Malta. Veel van het kalksteen (globigerinenkalksteen), waar de ondergrond van de eilanden voornamelijk uit bestaat, wordt als bouwmateriaal geëxporteerd. Nieuw is dat Malta zich voor luchtvaartmaatschappijen ontwikkelt als ideale locatie voor kostenefficiënt onderhoud van hoge kwaliteit.

Het toerisme vormt een voortdurend groeiende sector. Ongeveer 29.500 mensen zijn direct werkzaam in deze beroepsgroep. Jaarlijks bezoeken ongeveer 1.965.928 (2016) toeristen het eiland, waarvan de meeste in juli en augustus aankomen. Onder hen zijn er ongeveer 560.000 die uit Groot-Brittannië komen. Zij worden gevolgd door de Italianen (315.000) en Duitsers (157.000). Onder de reizigers uit de Benelux wordt Malta steeds populairder. Toerisme is verantwoordelijk voor ongeveer 20% van het bruto binnenlands product van het land. De meeste toeristen komen met het vliegtuig naar het Luqa international airport. Tevens doen jaarlijks maar liefst 342 (in 2017) cruiseschepen het eiland aan. Behalve toerisme rondom het mooie weer en de historische bezienswaardigheden, ontwikkelt Malta zich steeds meer als wellnessbestemming.

Wanneer vroeger de schepen niet uit konden varen, of als er geen werk was in de havens, hielden de mannen zich bezig met het vervaardigen van gebruiksgoederen; zoals potten, beelden en textiel. Vandaag de dag worden deze artikelen nog steeds geproduceerd. Hoewel de kwaliteit, van met name het glas, zeer hoog is, is de handel tegenwoordig toch vooral bedoeld om toeristen een poot uit te draaien.

In de dienstensector zijn de banken belangrijk. Daarnaast zijn er veel callcenters op het eiland te vinden. Hierin zijn bijvoorbeeld de helpdesks van bedrijven in Engels sprekende landen gevestigd. Microsoft en HSBC-bank zijn hier voorbeelden van. Een groot deel van de Europese online-gaming business is op Malta gevestigd. Ook Nederlandse bedrijven die actief zijn in de ICT, outsourcen steeds meer werkzaamheden naar Malta, omdat de personeelskosten in de branche er ongeveer 35% lager liggen dan in Nederland. Ook bedrijven uit andere EU-landen zien Malta om die reden als aantrekkelijk locatie voor nearshore outsourcing. Malta ziet grote kansen in de e-business. Dit heeft geleid tot het plan SmartCity Malta; een investering van 275 miljoen euro voor de ontwikkeling van een gebied, nabij de plaats Kalkara, ter grote van 360.000 vierkante meter aan hypermoderne kantoren, woningbouw, winkels en recreatie. Het plan moest uiteindelijk 5.600 banen, voornamelijk in de informatietechnologie, opleveren. Helaas is na een ambitieuze start de klad nogal in het project geschoten. De oorzaak hiervan moet mede gezocht worden in de slechte infrastructuur, waardoor het project slecht bereikbaar is. Sinds 2018 poogt Malta een internationale grootmacht te worden in blockchain technology en cryptocurrencies. Waar deze zaken elders met argusogen worden bekeken, heeft Malta juist besloten ze te omarmen.

Voor de landbouw is Malta afhankelijk van vruchtbare vulkaangrond die vanaf het eiland Sicilië wordt geïmporteerd. Op deze grond worden voornamelijk aardappels, bloemkolen, druiven, tarwe, gerst, tomaten en citroenen verbouwd. Veel van deze producten zijn bestemd voor de binnenlandse markt. Een substantieel deel wordt echter ook geëxporteerd. De Maltezer aardappel is bijvoorbeeld erg populair in Nederland. Voornamelijk vanwege het feit dat deze aardappelen geoogst worden op het moment dat wij zelf niet over jonge oogst kunnen beschikken. Behalve naar Nederland worden deze aardappelen maar sporadisch naar andere landen geëxporteerd. Van de tomaten die groeien op de eilanden, wordt de tomatenketchup gemaakt voor de McDonald's vestigingen in de landen rondom de Middellandse Zee.

In de visserij is Malta voornamelijk berucht om de vangst van blauwvintonijnen. De tonijn wordt vrijwel uitsluitend gevangen voor de Japanse sushi-industrie. In Malta levert de handel in tonijn tientallen miljoenen euro's op en er leven duizenden mensen van. De blauwvintonijnen worden vetgemest in tonijnboerderijen voor de kust, alvorens ze worden afgeschoten en naar Japan worden geëxporteerd. Door schaamteloos te frauderen met de tonijnadministratie kon Malta uitgroeien tot een belangrijke factor in de wereldhandel in deze vissoort. De blauwvintonijn is echter een met uitsterven bedreigde vis. De internationale gemeenschap probeert de handel in de vis te verbieden, maar een sterke lobby houdt dat tot nu toe tegen.

Malta is vermaard om de pyrotechnische industrie. Vooral rond de plaats Zurrieq zijn veel vuurwerkfabriekjes te vinden. Het vuurwerk wordt vooral gebruikt bij de festas (dorpsfeesten) en op landelijke feestdagen. Er zijn verschillende spectaculaire vuurwerkshows, waarbij de verschillende fabriekjes elkaar flink beconcurreren. Dit alles niet zonder gevaar. Op 4 november 2012 explodeerde bijvoorbeeld een vuurwerkfabriekje nabij het plaatsje Gharb op Gozo. Hierbij lieten vier medewerkers het leven. Op 5 september 2010 explodeerde een soortgelijke werkplaats die enkele meters verderop gelegen was. Hierbij ontplofte het vuurwerk dat lag opgeslagen voor de festa in Xaghra. Door de explosie kwamen zes personen om het leven. Op 12 maart 2008, ontplofte in een illegale opslag in de plaats Naxxar ruim een ton vuurwerk. Hierbij kwamen twee mensen om het leven en werd veel materiële schade aangericht. De discussie over het verbieden van de productie en ongecontroleerde opslag van vuurwerk laaide hierdoor weer op. Dat deed deze ook al toen op 27 juni 2007 bij Gharghur vijf jongeren omkwamen bij een explosie in een vuurwerkfabriek. Tegenstanders van een verbod wijzen erop dat vuurwerk onlosmakelijk in de Maltese cultuur verankerd is. Toch wordt de groep die voor een verbod is steeds groter.

Ondanks een gunstig vestigingsklimaat zijn er niet veel Nederlandse bedrijven actief in Malta. Vooral wijdverbreide corruptie (Malta scoorde in 2021 een 49e plek in de corruptieperceptie-index, waarin 180 landen zijn opgenomen) is hier debet aan. Zo liep het inmiddels failliete Nederlandse bedrijf SIMED in 2003 een grote order mis. Dit bedrijf was in de race voor de levering van de medische infrastructuur voor het nieuwe Mater Dei ziekenhuis in Msida. Een opdracht met een waarde van ongeveer zeventig miljoen euro. Door corruptie op politiek niveau, werd de opdracht echter gegund aan het Italiaanse INSO-Esaote. Het product dat INSO leverde was echter financieel en technisch inferieur aan dat van SIMED. Bovendien kregen de Italianen bij het bieden privileges die de SIMED niet kreeg. Zo konden de Italianen hun bod tussentijds aanpassen aan het bod van de Nederlanders en werden internationale richtlijnen niet nageleefd. Het leidde tot een politieke rel, nadat door de oppositie (Labour Party) vragen werden gesteld over de kwestie. Mede door dit voorval staan met name Nederlandse en Duitse bedrijven niet te springen om te investeren in Malta. Ook de financiële betrokkenheid van Maltese banken in het fraudeschandaal rond het Italiaanse zuivelconcern Parmalat doet het land weinig goeds.

Vanwege de aanwezigheid van grote natuurlijke havens nabij de hoofdstad Valletta, vormt de bouw en reparatie van schepen van oudsher een belangrijke bron van werk en inkomsten. Vanwege de concurrentie van landen buiten Europa, is hier in het nieuwe millennium de klad in gekomen. In 2008 zijn delen van de scheepswerven gesloten en zijn er delen geprivatiseerd. De laatste arbeiders in overheidsdienst verlieten de werf op 31 maart 2010. De ondergang van de werven werd ingeluid door een megaopdracht voor de verbouwing van twee zogenaamde 'semi-submersible heavy transport'-schepen (Fjord en Fjell) voor het in Rotterdam gevestigde Fairstar Heavy Transport (Inmiddels onderdeel van het grotere Dockwise). Door vreemde constructies in de aanbestedingen, verdienden onderaannemers veel geld, terwijl de werven verlies draaiden. Veel werknemers verloren hierdoor hun baan en anderen werden met vervroegd pensioen gestuurd. In juni 2010 werden de werven definitief geprivatiseerd en overgenomen door het Italiaanse bedrijf Palumbo.

Malta staat er om bekend dat er veel zeeschepen geregistreerd staan. maar liefst 1650 van de 9732 Europese registraties voor zeeschepen is Maltees. De Maltese handelsvloot is daarmee qua omvang de vierde van de wereld.

Flora & Fauna

Een muurhagedis

Malta staat bekend om het Maltezer leeuwtje; een hondenras met witte lange haren, uitstaande oren en een wollige staart. Deze dieren zijn op Malta echter nauwelijks te vinden. Ze leven er niet in de natuur en worden vrijwel niet gehouden als huisdier. Wel leven er mediterrane kameleons, gekko's en kleine muurhagedissen, met een maximale lengte van 20 centimeter in het wild. Gifslangen leven niet op Malta. Wel zijn er andere slangen, zoals de ongevaarlijke zwarte variant van de geelgroene toornslang (is-serp iswed). Tevens leven er dieren als de vleermuis, egel en zoetwaterkrab. Voor grotere dieren zijn de eilanden gewoon te klein. In het hoogseizoen laten de cicaden (il-werzieq) zich regelmatig horen in het buitengebied. Meestal zitten ze verscholen in grote bomen. Als het donker wordt maken krekels (il-grillu) een zelfde soort geluid.

Er is slechts één bos op Malta. Dit aangeplante bos wordt Buskett Gardens genoemd. Behalve daar groeien bomen vooral los van elkaar of in kleine groepen. Olijfbomen aarden goed in Malta. Daarnaast is het ook mogelijk cipressen, tamarisken, laurierbomen en amandelbomen aan te treffen. Op de bodem van steengroeven zijn vaak fruitbomen aangeplant, zoals sinaasappelbomen. Veel exotische tropische bomen worden aangepland om erosie tegen te gaan. Daarnaast zijn er verschillende soorten cactussen te vinden die hun oorsprong hebben in Mexico en die in Malta goed aarden. Opvallend is vooral de honderdjarige aloë (Amerikaanse Agave). In bloei kan de cactus ruim 10 meter hoog worden en daardoor wordt vaak gedacht dat het een boom is. Ook oorspronkelijk uit Mexico komt de Opuntia of schijfcactus. Hiervan staan er duizenden in Malta.

De Maltese centaurie (Palaeocyanus crassifolius) is de nationale plant van Malta. Deze plant groeit op de rotsen in een klein bosje, waaruit lange sprieten groeien. Wanneer de plant in bloei staat, groeit daar een roze bloem uit. De plant groeit, behalve in Malta, nergens anders. Een groot deel van de overige gewassen in Malta bestaat uit struiken en kruiden, zoals munt, tijm, basilicum en rozemarijn. Voor de rest laat de begroeiing van Malta zich vergelijken met die langs de kust van andere landen aan de Middellandse Zee.



Google



Zoeken met Google Foto's zoeken met Flickr Zoeken met Google en Flickr