Jean de la Vallette
Jean Parisot de la Vallette (1494 – 1568) was een Franse edelman die één van de beroemdste grootmeesters van de Johannieterorde werd. Tevens was hij de stichter van de hoofdstad van Malta; Valletta.
Levensloop
De la Vallette werd in het jaar 1494 geboren (het geboortejaar wordt betwist) in La Valette-du-Var in de Franse Provence. Op twintigjarige leeftijd sloot hij zich aan bij de Johannieter ridders, waarna hij nooit meer een voet op Frans grondgebied zette. Met de ridders vocht hij aan de zijde van grootmeester Philippe Villiers de l'Isle Adam op het eiland Rhodos tijdens kruistochten tegen de Ottomanen, die onder leiding stonden van Süleyman de Grote. Uiteindelijk werd de strijd in Rhodos verloren en werden de ridders in het jaar 1522 verdreven. Zij trokken richting Tripoli en Malta. Tripoli werd in 1523 aan de ridders toegewezen. Aangezien Tripoli in zeer vijandig gebied stond, begonnen de ridders daar direct allerlei verdedigingswerken aan te brengen. De la Vallette had zich een natuurlijk leider getoond die een heldhaftige strijd streed tegen de barbaren. In het kwetsbare Tripoli werd hij in 1537 bevorderd tot gouverneur van de stad. Hij poogde hier de orde te herstellen. Ruim nadat de la Vallette was vertrokken, in 1551, viel de stad echter toch in Turkse handen.
Op Malta verbeleven ondertussen ook ridders. In het jaar 1530 werd het eiland door koning Karel de vijfde in eeuwigdurend bruikleen gegeven aan de ridders. Toen de ridders op Malta aankwamen, bood het eiland weinig beschutting en de omstandigheden waren er zwaar. De ridders besloten zich in eerste instantie op de plek waar tegenwoordig de Three Cities liggen te vestigen en aldaar verdedigingswerken te bouwen om een op handen zijnde Turkse aanval te kunnen weerstaan. Ook werd in recordtempo het fort st. Elmo (op de punt van het huidige Valletta) gebouwd.
In 1538 viel de la Vallette een man aan, waarna hij vier maanden gevangen zat in de citadel van Victoria op Gozo. Vervolgens raakte hij in 1541 met zijn gallei, de San Giovanni, verzeild in een zeeslag met de Ottomanen. Hij werd gevangen genomen en tot slaaf gemaakt in de vloot van admiraal Dragut. Na een jaar werd hij echter vrijgelaten bij een gevangenenruil. In 1554 werd hij benoemd tot groot admiraal van de galeien van de ridderorde. Hij schijnt een voor die tijd buitengewoon charismatische, slimme en knappe man te zijn geweest. Bovendien sprak hij veel talen vloeiend, waaronder Italiaans, Spaans, Grieks, Arabisch en Turks. Toen grootmeester Claude de la Sengle op 18 augustus 1557 overleed, werd de La Valletta dan ook tot de nieuwe grootmeester van de Johannieterorde gekozen.
The Great Siege
Tijdens het grootmeesterschap van de la Vallette, vond de belangrijkste slag in de geschiedenis van Malta plaats. De slag volgde op de aanval van de Ottomanen (Turken) en staat bekend als The Great Siege. De aanval vond plaats in 1565. Toen verscheen een enorme hoeveelheid schepen voor de kust van Malta. De genoemde aantallen aanvallers verschillen nogal. In een enkele bron worden 15.000 manschappen genoemd, maar veel andere bronnen noemen grotere aantallen, zoals 48.000. Tegen die enorme macht stonden 6.100 manschappen (waaronder 3.000 Maltezers en 500 ridders) die het eiland moesten verdedigen. De Turken hadden aanvankelijk op weinig tegenstand gerekend, maar hadden grote moeite het fort st. Elmo in te nemen. Dit nam maanden in beslag. Vanwege de hevige verliezen die hierbij geleden werden, was de moreel van de Turken flink aangetast. Vervolgens moest de Grand harbour worden overgestoken richting de (huidige) Three Cities. Maar ook de aanvallen op Senglea en Birgu verliepen niet volgens plan. Hoewel de Turken erin slaagden 130.000 kanonskogels op de steden af te vuren, lukte het niet de forten in de nemen. Op sommige momenten leken de Turken te overwinnen, maar uiteindelijk wisten de ridders stand te houden. In deze oorlog vocht, de inmiddels ruim 70 jaar oude, de la Vallette gewoon mee. Mede dankzij hem en andere dapper strijdende Johannieters, werden de aanvallen van de Ottomanen afgeslagen, totdat de Spaanse missionaris García Álvarez de Toledo met 8.000 manschappen op Malta arriveerde. De terugtrekkende Turken werden afgeslacht en degenen die konden vluchten, deden dat.
Het stichten van de stad Valletta
Nadat de Turken waren vertrokken, was het eiland nog niet veilig. De la Vallette besloot dan ook een grote onoverwinnelijke stad te bouwen die ook in de toekomst voldoende bescherming zou bieden tegen vijandelijke aanvallen. Zelf legde hij op 28 maart 1566 om 11:18uur, nabij de kerk van Onze Lieve Vrouw van de Overwinning, de eerste steen van de stad die na zijn dood naar zijn geboorteplaats (La Valette-du-Var) vernoemd zou worden; Valletta. Hier vlakbij, in de Sint John's Co-Kathedraal, werd de la Vallette begraven, nadat hij tijdens het jagen in de Buskett gardens onwel was geworden en vervolgens in Vittoriosa stierf. Op de tombe in de crypte van de Co-Kathedraal, waarin hij begraven werd, staat een Latijnse inscriptie die het volgende zegt:
Hier ligt la Vallette, die eeuwige eer verdient. Hij, die ooit de gesel van Afrika en Azië en het schild van Europa was, waar hij met zijn heilige wapens de barbaren verdreef, is de eerste die werd begraven in deze geliefde stad, wier oprichter hij was.
De overwinning van de ridders van de Johannieterorde onder leiding van de la Vallette op de Turken, werd in de rest van Europa met veel vreugde ontvangen. Zelfs in Engeland had men zich zorgen gemaakt over het verloop van de strijd. Met de overwinning werd feitelijk voorkomen dat Sicilië, Italië en de rest van Europa zou worden overlopen door de moslims. Bovendien bood het de Spanjaarden de mogelijkheid hun macht in het Middellandse Zeegebied uit te bouwen. De ridders kregen veel aanzien, waardoor ze tot op de dag van vandaag niet vergeten zijn.