Ħal Saflieni Hypogeum
Het Saflieni hypogeum (L-Ipoġew ta' Ħal Saflieni) is een mysterieuze ruimte uit de prehistorie die zich onder de grond (hypogeum is Latijn voor 'onderaards') van het stadje Paola in Malta bevindt. Waarvoor en hoe het bouwwerk exact gebruikt werd, is niet helemaal bekend. Gezien de grote hoeveelheid beenderen die er gevonden werd, zal het in elk geval als grafruimte dienst gedaan hebben. Waarschijnlijk diende het bouwwerk daarnaast als tempel. Archeologen wereldwijd kennen geen andere constructies die lijken op het hypogeum. Wel wordt vaak een vergelijking gemaakt met het Engelse Stonehenge.
De bouw van het hypogeum
Er wordt aangenomen dat de ruimte vanaf ongeveer 2500 jaar v. Chr. werd gebruikt als begraafplaats voor de doden. De grafkamers werden daarvoor met primitieve middelen, zoals vuistbijlen en messen gemaakt van vuursteen, uitgegraven. Waarschijnlijk wisten de bouwers daarbij exact wat ze gingen bouwen en hoe ze dat gingen doen. Ze waren dus in staat iets te ontwerpen. Dat is erg opmerkelijk voor een constructie uit die tijd, want het hypogeum is de enige door mensen gemaakte ondergrondse constructie uit de bronstijd ter wereld. Naarmate de tijd vorderde, werden de grafruimten te klein en werd het complex verschillende malen uitgebreid. Hierdoor ontstond een labyrint met een oppervlakte van 500 vierkante meter (binnen een gebied van 25 bij 35 meter) en werd de ruimte drie verdiepingen en bijna 11 meter diep. Op de plafonds werden okerkleurige motieven aangebracht en er zijn allerlei nisjes die al dan niet een bijzondere bestemming hadden. Bij elkaar werden er de stoffelijke resten van ongeveer 7.000 mensen begraven. Aangezien het hypogeum meer dan duizend jaar in gebruik is geweest, werden er dus slechts zeven mensen per jaar ter aarde besteld. De kans is dus groot dat alleen belangrijke mensen hier terecht kwamen. Uiteindelijk werd een onderaardse dodenstad gevormd.
Vondst van het hypogeum
De grafkelders werden voor het eerst in het jaar 1899 ontdekt, toen een metselaar de fundamenten voor het stadhuis van Paola legde en daarbij op de grafkelders stuitte. Uit angst dat de vondst gezeur met de autoriteiten zou opleveren en de bouw zou ophouden, werd besloten het stil te houden. Drie jaar later, in 1902, werd de ruimte opnieuw ontdekt, toen er een waterput werd aangelegd. Wederom poogde men de vondst stil te houden. Men gebruikte de grot om er bouwafval in te dumpen. Maar één van de bouwvakkers praatte zijn mond voorbij in de kroeg, waardoor de autoriteiten er alsnog lucht van kregen. De waterput in aanbouw, werd gebruikt als entree bij het opgraven van de resten en is nu nog steeds onderdeel van de toegang tot het hypogeum.
The sleeping lady
De vondst van het hypogeum op zich was al uniek, maar er werden ook veel bezittingen van de overledenen gevonden. Met name het aardewerk dat tijdens de opgravingen werd aangetroffen is van belang. Ook werden er amuletten en andere sieraden gevonden. Eén van de belangrijkste vondsten die gedaan werd, was een aardewerken beeldje dat 'the sleeping lady' wordt genoemd. Dit is een beeldje van een vrouw met flinke baarheupen die op een bankje ligt. Men neemt aan dat ze ligt te slapen, maar aannemelijk kan ook zijn dat ze dood is of dat ze ligt te mediteren. Dit beeldje is tegenwoordig te bezichtigen in het archeologisch museum van Valletta.
Opgraving van het hypogeum
De conservator van het nationaal museum, Themistocles Zammit, gaf de geleerde Jezuïet Emmanuel Magri de opdracht de grot uit te graven. Hij vond resten van beenderen en aardewerk. De beenderen liet hij spoorloos verdwijnen, maar met het aardewerk ging hij beter om. Al documenteerde hij helemaal niets. Nadat Magri in 1907 overleed, nam Zammit zelf het werk over. Hij documenteerde zijn vondsten wel goed en ging professioneler te werk. Het is waarschijnlijk dat het complex een begraafplaats en tempel was. Of de mensen de tempel daadwerkelijk bezochten terwijl er lijken lagen te ontbinden is onbekend. Aangezien de botten her en der verspreid werden aangetroffen en geen van de lichamen in een natuurlijke positie lag, kan het ook zo zijn dat ze eerst op een andere locatie begraven werden. In de grotten is geen spoor van roet aangetroffen. Dat wijst erop dat de binnenzijde nooit goed verlicht werd. De gidsen van de grot spelen daar op in bij de diepste ruimte. Hier is een trap te vinden met een lengte van zeven treden, waarna een gat van anderhalve meter volgt. Zou het werkelijk zo zijn dat nietsvermoedende bezoekers hier een zetje kregen van een priester en daarna op de harde vloer de dood vonden?
Verhalen
In het Amerikaanse National Geographic Magazine van augustus 1940 wordt gemeld dat een klas met schoolkinderen zou zijn verdwenen in de tunnel. In andere verhalen zou zelfs worden beschreven dat de tunnels onder heel Malta liggen en dat het mogelijk is om door de tunnels van de ene naar de andere kant van Malta te lopen. De schoolkinderen zouden in één van de tunnels verdwaald zijn en nooit meer zijn teruggezien. Volgens een verhaal van een medewerker van de Britse ambassade (ene Lois Jessup) zouden er grote harige monsters in de tunnels rondlopen en zou het gehuil van de kinderen tot wel een week later door heel Malta gehoord zijn. Krantenartikelen om het verhaal over een complete schoolklas die op mysterieuze wijze zou zijn verdwenen in de periode dat mevrouw Jessup op Malta verbleef te ondersteunen, zijn er echter niet. Waarschijnlijk had Lois Jessup nogal een grote fantasie.
Bezoeken van het hypogeum
Het Hal Saflieni hypogeum staat sinds 1980 op de werelderfgoedlijst van UNESCO. Het is zeer zeker het bezoeken waard. De grafkelders worden echter goed beschermd en geconserveerd en daaraan zijn de openingstijden aangepast. Met behulp van apparatuur worden de condities binnen de kelders continu in de gaten gehouden. Rond de ingang van de kelders bevindt zich een glazen wand, zodat de kelders niet worden beïnvloed door de condities die buiten heersen. Mochten bepaalde limieten worden overschreden, dan worden de kelders afgesloten voor bezoekers. Vanaf het jaar 1992 tot het jaar 2001 was het hypogeum zelfs helemaal gesloten voor het publiek en vanaf januari 2016 tot 15 mei 2017 werden de ruimten uitgebreid hersteld. Een bezoek wordt meestal uitgevoerd met een door een gids begeleidde rondleiding. Voorafgaand aan de rondleiding wordt een video getoond. Dagelijks zijn er tussen 9:00uur en 15:00uur zes rondleidingen, waarbij er maximaal tien bezoekers gelijktijdig mee naar binnen mogen. Via het boekingsformulier op de website van het hypogeum kan van tevoren een toegangsbewijs gereserveerd worden. Het hele jaar door worden vrijwel alle rondleidingen vooraf volgeboekt. Het is dus zinloos om het hypogeum op goed geluk te bezoeken. Om de teleurstelling van uitverkochte rondleidingen te voorkomen, is het aan te bevelen zo vroeg mogelijk te boeken. Tickets kosten € 35, - voor volwassenen, € 20, - voor studenten en senioren (60+) en kinderen (6-11) betalen € 15, -.
Bereikbaarheid van het hypogeum
Het Hal Saflieni hypogeum is te vinden in het stadje Paola dat niet zover naar het zuidoosten vanaf Valletta en the Three cities ligt. Het hypogeum ligt vlakbij het centrum van Paola. Paola is goed te bereiken met de bus vanuit Valletta. De lijnen 1 2 3 rijden frequent door het stadje. Uitstappen kan het beste bij de halte Paola. Deze halte ligt in de buurt van de kerk. Wanneer de kerk parallel aan de gevel voorbij wordt gelopen en het rechter trottoir wordt gevolgd, wordt de Trix Hal Saflieni bereikt. Het hypogeum bevindt zich aan deze straat aan de linker hand. De afstand vanaf de kerk bedraagt amper 300 meter. Bij een bezoek aan het hypogeum met een huurauto kunnen het beste de borden Paola / Hypogeum gevolgd worden. In de directe omgeving van het hypogeum zijn echter slechts beperkte parkeermogelijkheden.
Een plattegrond van het hypogeum is te vinden op deze Italiaanse website.