Fort Rinella

Entree van het Fort RinellaEntree van het Fort Rinella

In de periode dat de Engelsen over Malta regeerden, waren zij met hun bondgenoten oppermachtig in het Middellandse Zeegebied. Toen het Suezkanaal in het jaar 1869 voor de scheepvaart werd geopend, zorgde dat ervoor dat er een nieuwe lucratieve handelsroute tussen Engeland en India ontstond. De Engelsen poogden het deel van de route van Alexandrië via Malta naar Gibraltar koste wat kost te verdedigen. Hun grootste opponent daarbij, in de Middellandse zee, was Italië (destijds aan het eind van de periode van unificatie). De Italianen deden er alles aan om meer macht te verkrijgen binnen de regio. Bovendien wensten de Italianen Malta te annexeren, omdat het voornamelijk door staatsman Francesco Crispi werd gezien als 'onverlost Italië' (Italia irredenta). Daarom werd door de Italianen vooral in de marine geïnvesteerd. In diezelfde periode vond tevens een wedloop plaats in de bouw van kanonnen met een steeds groter bereik en kaliber.

Rinella Batterij

In het jaar 1873 begon de Italiaanse marine (de Regia Marina) met de bouw van twee schepen; de Duilio en de Dandalo. Deze beschikten over voor die tijd zware bepantsering en werden, tot ontzetting van de Britse regering, door de Britse wapenfabrikant Armstrong voorzien van 100-tons geweren. Diezelfde geweren werden eerder door de Britten te duur en te zwaar bevonden. De Engelsen realiseerden zich echter dat zij Malta, bij een aanval met schepen die voorzien waren van kanonnen van een dergelijk kaliber, onvoldoende konden verdedigen. Daardoor kon de belangrijke handelsroute naar het oosten in gevaar komen. Daarom werd besloten nieuwe verdedigingswerken aan te leggen langs de kust van Malta. Onderdeel daarvan waren twee batterijen waar dezelfde 100-tons kanonnen werden geplaatst als die op de Italiaanse schepen stonden. De batterijen werden tussen 1878 en 1886 gebouwd. De ene – Cambridge Battery – werd gebouwd op Tigné Point in Sliema aan de westzijde van de Grand Harbour. Aan de oostzijde van de haveningang werd, tussen het Fort Ricasoli en Fort St. Rocco de Rinella Battery gebouwd. Oorspronkelijk werden er vier kanonnen besteld om Malta te bewapen, maar toen men daar in Gibraltar lucht van kreeg, werden er twee kanonnen aan Gibraltar gegund.

100-tons kanonnen

Het 100-tons kanonHet 100-tons kanon

Beide batterijen werden voorzien van een kanon. Deze werden in 1870 in Newcastle upon Tyne gemaakt in de fabrieken van Sir William George Armstrong (1810 – 1900) en met het speciaal daarvoor aangepaste schip HMS Stanley naar Malta vervoerd. Ze wegen 103 ton per stuk, hebben een loop met een lengte van 9,22 meter en schieten projectielen met een gewicht van 910 kilo en met een kaliber van 450 millimeter af in een rechte baan richting een doelwit. Ieder schot werd gevolgd door een terugslag van 1,75 meter. De kanonnen werden geplaatst op een draaibare affuit, waardoor geschoten kon worden binnen een hoek van ongeveer 150 graden. De maximale dracht van de afgeschoten projectielen lag op ongeveer op acht mijl (12,9 km), terwijl een accuraat schot kon worden gelost op doelwitten tot op 6500 yards (ongeveer 6 kilometer) afstand. Er waren 35 mannen nodig om de installatie te bedienen en daarbij werd gebruik gemaakt van een ingenieus, middels stoom aangedreven, systeem. Het gebruiksklaar maken van het kanon nam drie uur in beslag, maar daarna kon er eens in de zes minuten een schot gelost worden, omdat het kanon via een (wederom ingenieus) systeem van zowel de linker- als rechterzijde kon worden geladen. Het kostte veel moeite de kanonnen op hun positie te installeren. Ze kwamen op 10 september 1882 aan in de Rinella-kreek van de Grand Harbour en moesten middels mankracht heuvelopwaarts naar hun stelling worden gebracht. Pas in januari 1884 was het kanon in fort Rinella gebruiksklaar. Vervolgens bleef een aanval van de Italianen op Malta uit. Hoewel het schieten een nogal kostbare aangelegenheid was, werd er toch maximaal eens per drie maanden een oefenschot gelost. De kanonnen in zowel Malta als Gibraltar zijn nooit gebruikt in een conflict. Het lijkt er echter op dat de plaatsing van de kanonnen een einde maakte aan de wapenwedloop van dat moment. De plaatsing ervan was immers niet bepaald geheim en ze boezemden bij ieder weldenkend vijandig kapitein zoveel angst in, dat die ver buiten schootsafstand bleef. In het jaar 1906 werd de batterij Rinella verlaten en gestript van alle waardevolle zaken. Naar het schijnt werd het kanon in de Eerste Wereldoorlog toch nog gebruiksklaar gemaakt voor het geval schepen van het Duitse Keizerrijk in de buurt kwamen. Men was voornamelijk bang voor de Duitse kruiser SMS Goeben.

Het 100-tons geweer in GibraltarHet 100-tons kanon in Gibraltar

Aan de westkust van het schiereiland waarop Gibraltar ligt, werden eveneens voor de kustverdediging twee van dezelfde kanonnen geplaatst. Namelijk in de Victoria Battery en de Napier of Magdala Battery. Anders dan gedacht kan worden, verdedigden de kanonnen aldaar niet de toegang tot de Middellandse zee via de Straat van Gibraltar. In plaats daarvan beschermden ze de Baai van Gibraltar (Bahía de Algeciras) tegen indringers die schade konden aanbrengen aan het belangrijke industriegebied rondom de baai. Tegenwoordig is het kanon in de Napier of Magdala Battery te bezoeken (ter plaatse met bus 3, 4 of 9 richting Rosia).

Fort Rinella

Waar het kanon aan de zeezijde van het fort staat, werd het fort aan de andere zijde verdedigd tegen aanvallen over land. Een garnizoen bestaande uit maar liefst honderd manschappen moesten het fort zodanig beschermen, dat het afvuren van het kanon ongestoord kon geschieden. Fort Rinella is één van de eerste forten die grotendeels onder het maaiveld werden aangelegd. Rondom het fort ligt een droge gracht, omdat stilstaande water destijds voor ziekten zorgde. Er zijn allerlei ruimten aangelegd waarvandaan geschoten kon worden op ongenode gasten die zich in de gracht begaven.

Lange tijd bleven de resten van de Rinella batterij ongebruikt. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd het gebruikt als opslagplaats voor de marine. Hoewel het vanuit de lucht nauwelijks als doelwit herkenbaar is, werd het toch zevenmaal door bommen getroffen.

In 1991 werd begonnen met het herstellen van batterij Rinella. Na de succesvolle renovatie, is het een kleine attractie geworden. Sindsdien wordt de batterij ook fort genoemd, maar die status heeft het tijdens de actieve dienst niet gehad. Tijdens een bezoek aan het fort wordt getoond hoe het leven eraan toeging in de tijd dat het fort nog gebruikt werd. Ook wordt er getoond hoe het ingenieuze systeem waarmee het kanon bediend werd werkte, hoe het fort werd bewaakt bij een aanval en hoe er gecommuniceerd werd met de andere forten.

Zoals hierboven beschreven, bevindt zich aan de andere zijde van de haven Cambridge Battery. De resten hiervan bevinden zich niet in goede staat. De ontwikkelaars van het gebied waarin deze batterij staat, hebben beloofd het op te knappen, maar daarvan zijn na ruim een decennium nog geen resultaten te zien. Het kanon dat aldaar stond is in elk geval al tot schroot verwerkt.

Een bezoek

Het fort is geopend van maandag tot en met zaterdag van 10:00uur tot en met 17:00uur. Dagelijks om 14:00uur start een rondleiding waarbij er figuranten rondlopen in kledij uit de Victoriaanse tijd. Tijdens de rondleiding wordt uitgebreid verteld over het kanon en de werking ervan. Ook wordt het bijbehorende museum bezocht. Daarnaast wordt er een presentatie gegeven over de evolutie van geweren. De mogelijkheid bestaat om (tegen betaling) te schieten met een antiek geweer en een kanon. De rondleiding eindigt bij een pension voor paarden, dat zich op het terrein bevindt. Om 12:00 (communicatie) en 13:00 (zwaarden) vinden er demonstraties plaats die minder interessant zijn. De toegangsprijs bedraagt € 10, - voor volwassenen, € 5, - voor kinderen (tot 16 jaar) en € 8, - voor studenten en gepensioneerden. Daarbij zijn de kosten voor de rondleiding en presentaties inbegrepen.

In het restaurant van het fort bestaat de mogelijkheid om tegen fatsoenlijke tarieven te eten en te drinken. Er wordt bijvoorbeeld een soldatenmaaltijd geserveerd, zoals deze ook in de tijd waarin het fort in gebruik was, opgediend werd.

Bereikbaarheid

Het fort ligt aan de oostelijke zijde van de Grand Harbour en is te bereiken met de bus vanuit Valletta. Halte 'Fortizza' aan lijn 3 (tweemaal per uur) ligt in de directe nabijheid van het fort. De rit neemt ongeveer een half uur beslag. Leuker is het om vanuit Valletta de veerboot naar de Three Cities te nemen. De bushalte van bus 3 ligt vlakbij de aanlegplaats van de boot. Daarnaast zijn sommige bestuurders van watertaxi's bereid om naar Rinella Bay te varen. Van hieruit is de wandeling (heuvel op) naar het fort te maken.

Met een huurauto is het fort fort ook goed bereikbaar. Hierbij kunnen het best de borden richting 'Cottonera' / Three Cities gevolgd worden en van daaruit de weg naar Kalkara en Rinella. In de directe omgeving van het fort is een beperkte hoeveelheid parkeerplaatsen beschikbaar.

Fondazzjoni Wirt Artna

Het fort Rinella is gerestaureerd door het fonds Wirt Artna en wordt ook door deze organisatie gerund. Het is een non-gouvernementele organisatie, die grotendeels drijft op de gelden die bezoekers spenderen. De organisatie beheert ook de website van het fort. Deze is hier te vinden.



Google