Sint John's Co-Kathedraal

Interieur van de St. John's Co-Kathedraal

De Sint John's Co-Kathedraal is één van de grote publiekstrekkers van Valletta. De kerk werd in opdracht van grootmeester Jean Levesque de La Cassière gebouwd door de ridders van de Johannieterorde. Architect van de Kathedraal was de Maltese architect Geralomo Cassar (1520 – 1592). De bouw vond plaats tussen het jaar 1573 en het jaar 1578.

Nadat in 1566 de eerste fundamenten van Valletta werden gelegd, werd de stad zeer snel uit de grond gestampt. Functionaliteit ging daarbij, in eerste instantie, voor decoratie. De Co-Kathedraal kreeg een saaie façade met twee Dorische zuilen en twee torens van elk drie verdiepingen op de hoeken, zoals er meer kerken in Malta werden gebouwd. Het interieur van de kerk was na de bouw dan ook sober. Dit veranderde nadat de Italiaan Mattia Preti (1613 - 1699) het opnieuw decoreerde. Aan de buitenzijde werd weinig veranderd. Hierdoor valt, bij de aanblik van de sobere buitenzijde van de kerk, nauwelijks te vermoeden hoe buitengewoon mooi de binnenzijde van het gebouw eruitziet.

Voorbeeld van een grafsteen in de St. John's Co-Kathedraal

Bij binnenkomst in de kathedraal vallen direct de sierlijkheid van de decoraties en de rijk gedecoreerde grafstenen in de vloer op. Werkelijk geen millimeter van het interieur is onbewerkt gebleven. De decoraties stammen uit het hoogtepunt van de barokke periode. De plafonds van de gewelven werden door Mattia Preti beschilderd met afbeeldingen van 18 hoofdstukken uit het leven van sint Jan. Preti is tevens verantwoordelijk voor vrijwel al het beeldhouwwerk in de kathedraal en enkele schilderijen. Hij deed vijf jaar over de klus en betaalde zelf voor het werk.

De vloer van de kathedraal is geplaveid met rijk gedecoreerde marmeren grafstenen. Inclusief de stenen in het oratorium, zijn dit er 375. In de kerk werden ridders en veel van de grootmeesters begraven. Op hun grafstenen staan meestal het wapen van de ridder en wat heroïsche afbeeldingen, uit het leven van de ridder die er begraven ligt, afgebeeld. In de rangschikking tussen de verschillende grafstenen zit een volgorde. De belangrijkste ridders liggen voor in de kathedraal begraven, minder belangrijke ridders liggen verder naar achter. De enige persoon die in de kathedraal begraven ligt en die geen grootmeester of ridder was, is de schilder Mattia Preti. Gezamenlijk vormen de dicht op elkaar liggende grafstenen een 58 bij 39 meter groot mozaïek in de vloer van de kerk.

The beheading of Saint John the BaptistThe beheading of Saint John the Baptist

Het grootste pronkstuk dat de kathedraal rijk is, is het schilderij The beheading of Saint John the Baptist. Dit schilderij in olieverf hangt in het oratorium van de kathedraal. Het werd in 1608 geschilderd door Michelangelo Caravaggio en meet 5,20 bij 3,61 meter. Het is het beste werk van Caravaggio en het enige dat door hem gesigneerd is. Door deskundigen wordt het gezien als het grootste meesterwerk van de hele zeventiende eeuw. Over Caravaggio en het schilderij hebben we een apart hoofdstuk op deze website geschreven. Je kunt dat deel bereiken door hier te klikken.

In de ongebruikelijk diepe nissen in de zijschepen van de kerk vind je in totaal acht kapellen (vijf aan de linker- en drie aan de rechterzijde). De kapellen vertegenwoordigen allen een streek/langue waar de ridders vandaan kwamen. Zo zijn er de kapellen van de Provence, Castille, Auvergne en Aragon en uit de landen Italië en Duitsland. Natuurlijk is de ene kapel nog mooier dan de andere. In die tijd gold natuurlijk ook; des te mooier de kapel, des te vromer de afkomst van de bezitters. Onderaan deze pagina vind je een kleine plattegrond van de kathedraal. Daaronder staan korte beschrijvingen van de verschillende kapellen.

Er staan verschillende beelden en monumenten in de kathedraal. Zo staat achter het hoofdaltaar beeldhouwwerken van de Mazzuoli groep. Vlakbij de ingang staat een monument voor de Italiaanse grootmeester Marcantonio Zondadari. Hij was een neef van paus Alexander de zevende. Gedurende de zeventiende en achttiende eeuw was de kerk één van de rijkste van Europa. Napoleon liet de kerk echter in 1798 plunderen om zijn campagne in Noord-Afrika te financieren. Veel van de rijkdommen verdwenen in zee toen de Engelse vloot de Fransen versloeg bij het Egyptische Aboukir. Daarvoor konden gelukkig nog enkele pronkstukken worden 'teruggekocht'.

In het museum van de kathedraal is onder andere een collectie Vlaamse wandkleden te bezichtigen. De tapijten werden vervaardigd door Judocus de Vos (1661 – 1734). Het werk is gebaseerd op religieuze schilderijen van Peter Paul Rubens en Nicolas Poussin. Ze geven de triomf weer van het katholieke geloof in post-contrareformatietonen. Net als de tapijtencollectie in het Grand Masters Palace, werd deze collectie geschonken door de Spaanse grootmeester Ramon Perellos y Roccaful. Dit gebeurde in het jaar 1700.

Hoewel de marmeren grafstenen allemaal een eigen verhaal vertellen, is het leuk er eentje in het bijzonder te benoemen. Dat is de steen van de Franse ridder Fra Anselmo de Caijs, welke te vinden is bij de zijingang die aan de Republic Street grenst. Op de steen staat in het Latijn geschreven: Qui me calcas calcaberis et tu id cogita et ora pro me, wat ongeveer het volgende betekent: "Jij die op mij treedt, zult getrapt worden, en jij, denk daaraan en bid voor mij".

Tijdens een verblijf op Malta mag een bezoek aan de Sint John's Co-Kathedraal eigenlijk niet ontbreken. De bezichtiging kan bijvoorbeeld onderdeel vormen van een bezoek aan de stad Valletta. De voorgevel van de kathedraal is te vinden vinden in Carappechia Annex, welke aan oostelijke zijde van de hoofdstraat van Valletta (Republic Street) ligt. De toegang tot de kathedraal ligt echter gewoon aan Republic Street, recht tegenover de gerechtsgebouw. De kathedraal is gedurende de zomer doordeweeks geopend tussen 9:30uur en 16:30uur en op zaterdag in de ochtend. Daar de kathedraal nog steeds voor haar oorspronkelijke doel gebruikt wordt, is deze vanzelfsprekend niet op zondagen te bezoeken. Bij een bezoek is gepaste kleding gewenst en hoge hakken zijn niet toegestaan. De toegangsprijs voor de bezichtiging van de kathedraal is vrij hoog. Er dient € 10, - aan entreegeld voldaan te worden (kinderen tot 12 jaar mogen gratis naar binnen, studenten en senioten betalen € 7,50). De aanschaf van een toegangsbewijs geeft tevens het recht om gebruik te maken van een draagbare audioset, waarmee tekst en uitleg wordt gegeven over hetgeen te bezichtigen is.

Plattegrond van de kathedraal

plattegrond van de st. John's Co-Kathedraal

De kapellen

In de nissen van de kathedraal bevinden zich de kapellen van de langues. Hier liggen veel van de grootmeesters begaven. In de zijwanden van de kapellen zijn hun mausolea te vinden. Deze zijn veelal rijk gedecoreerd en vaak staat er een borstbeeld van de overledene boven de sarcofaag. Ook heeft elke kapel een altaar waarboven een schilderij hangt. Hieronder verstrekken we een beknopt overzicht van wat er in deze kapellen te zien valt en welke verhalen erachter schuilen. We beginnen links achterin de kathedraal en gaan dan tegen de klok in de kapellen bij langs.

De kapel van Engeland-Beieren

Deze kapel wordt ook wel de kapel van de heilige relikwieën genoemd en is gewijd aan St. Charles Borromeo. In 1532 vaardigde de Engelse koning Hendrik VIII de Act of Supremacy uit. Hij brak met de katholieke kerk en benoemde zichzelf tot het hoofd van de Anglicaanse kerk. Hierdoor werd de Engelse langue van de ridderorde opgeheven. Toen de langue zich halverwege de achttiende eeuw weer aansloot bij de orde, was er geen nis in de kathedraal meer over. De gezamenlijke langue van Engeland en Beieren kreeg daarom een donker hoekje achter in de kathedraal toegewezen.

Het schilderij dat hier boven het altaar hangt is een afbeelding bisschop Charles Borromeo (1548 – 1608), welke geschilderd werd door Agostino Masucci (1691 – 1758). Een beeld aan de rechter zijde van de kapel is een voorstelling van St. John. Het beeld schijnt aanwezig geweest te zijn op vlaggenschip van de ridders, de Gran Caracca, toen de ridders in 1523 van Rodos vertrokken.

De kapel van de Provence

In deze kapel zijn de mausolea van twee Provençaalse grootmeesters te vinden; Fra Antoine de Paule (grootmeester van 1623 – 1636) en Fra Jean Paul Lascaris de Castellar (1636 – 1657). Zij waren de dertiende en veertiende grootmeester van de ridderorde op Malta. De eerste twaalf grootmeesters liggen begraven in de crypte, die via een trap is te bereiken vanuit de kapel van de Provence. Helaas is de entree vrijwel nooit open voor toeristen. In de kapel hangt een kopie van een schilderij van de Italiaanse schilder Guido Reni. Het schilderij is genaamd 'De aartsengel Michael', waarvan het origineel in de Kapucijnenkerk in Rome hangt.

De kapel van Frankrijk

De kapel van Frankrijk is gewijd aan Paulus. De grootmeesters Emmanuel de Rohan en Adrien de Wignacourt liggen hier begraven. In de kapel hangt het schilderij 'De bekering van Paulus' van Mattia Preti. Daarnaast hangen er zestiende-eeuwse werken van een leerling van Rafaël Santi; Fattorino. Helaas is de kapel niet meer in de oorspronkelijke staat te bezichtigen, nadat rond 1840 veel van de versieringen werden vervangen.

De kapel van Italië

De kapel van de Italiaanse langueDe kapel van de Italiaanse langue

Deze kapel is gewijd aan de beschermheilige van de Italiaanse ridders; St. Catherine van Alexandrië. De kapel werd ingericht op kosten van Fra Francesco Sylos. In de kapel staat een in Florence gemaakt grafmonument van grootmeester Gregorio Carafa. In marmer is een afbeelding weergegeven van de slag bij de Dardanellen (een deel van de verbinding tussen de Middellandse Zee en de Zwarte Zee) in 1656. Carafa was hierin de kapitein van de vloot. In de kapel staat ook een borstbeeld waarin hij is afgebeeld. Het altaarstuk is een groot (4 bij 2,40 meter) olieverfschilderij van Mattia Preti en draagt de naam 'Mystic marriage of St Catherine'. Dit is één van de beste stukken van Preti op Malta. In het marmeren frame rond het schilderij zijn twee vergulden houten engelen verwerkt.

De kapel van Duitsland

De kapel van de Duitse langueDe kapel van de Duitse langue

De laatste kapel aan de linkerzijde is gewijd aan de drie koningen van de langue van Duitsland. In de kapel is het, uit 1730 daterende, mausoleum van de Italiaanse grootmeester Marcantonio Zondadari. Het is uitgevoerd in brons en zwart marmer. De nis naast die van de kapel van Duitsland, die de toegang naar de sacristie vormt, is de plek waar de schilder Mattia Preti ligt begraven.

De kapel van Castilië, Leon en Portugal

In deze kapel vind je de sarcofaag van grootmeester Pinto. Hierboven hangt een klein mozaïek waarin een portret van hem is weergegeven. Dit mozaïek is erg bijzonder en werd gemaakt door Vincenzo Pacetti (1746 – 1820). In zwart marmer is het grafmonument van grootmeester Antonio Manoel de Vilhena uitgebeeld. Dit werk werd uit één stuk gemaakt door Massimiliano Soldani Benzi (1658 – 1740). In het relief staat afgebeeld hoe de Vilhena de stichting van fort Manoel plande. Het Maria-icoon in de kapel komt uit de Byzantijnse periode en werd buitgemaakt op een schip van een Ottomaanse sultan. Er zijn drie late schilderingen van Mattia Preti aanwezig in de kapel. Allen beelden ze het leven van St. James uit. Aan hem is de kapel dan ook gewijd.

Kapel van Aragón, Catalonië en Navarra

Sint Joris en de draakSint Joris en de draak

In de kapel van Aragon zijn de mausolea te vinden van een aantal belangrijke grootmeesters van de langue van Aragon; Raphaël Cottoner, Nicholas Cottoner, Ramon Perellos y Roccaful en Martin de Redin. Een schilderij van Mattia Preti beeldt Sint Joris en de draak uit. Onder de benen van zijn witte paard ligt de kop van de uitgetelde draak op de grond, terwijl Sint Joris wordt omgeven door engelen. Het schilderij werd door Preti op bestelling gemaakt in 1658, toen hij nog in Napels verbleef. In de kapel zijn nog meer schilderingen van Preti te bezichtigen.

Kapel van Auvergne

In de kapel van Auvergne valt direct het altaarstuk op. Hierop staat het martelaarschap van St. Sebastiaan afgebeeld. De ridder Melchiorre de Robles ligt in deze kapel begraven. Tijdens The great siege was hij een held. Hij vocht zich met slechts enkele andere ridders een weg door de Turkse linies heen naar zijn belegerde kameraden. Kort daarop stierf hij.

 

De Sint John's Co-Kathedraal bezit een eigen website, waarop nog veel meer informatie over de kathedraal te vinden is. Deze website is te bereiken door hier te klikken.



Google